Gebruiksproblemen
In geval van storingen spelen vaak dezelfde factoren een rol:
1. Minimale lekkage aan de zuigzijde van de pomp vermindert de pompcapaciteit of doet de druk geheel wegvallen.
2. Een verstopt zuigfilter belemmert of verhindert aanzuiging, zodat de pomp niet goed werkt.
3. Verstopte persfilters leiden tot een verhoogde druk in de manometer, maar verlaagde druk bij de doppen.
4. Er kan vuil in de pompkleppen zitten, zodat deze niet goed tegen de klepzitting sluiten. Dit vermindert het nuttig
effect van de pomp.
5. Door slechte montage van de pomp, vooral membraandeksels, kan de pomp lucht aanzuigen, wat leidt tot
verminderde of geen capaciteit.
6. Vervuilde hydraulische onderdelen leiden tot snelle slijtage van het hydraulisch systeem.
Controleer daarom ALTIJD of:
1. Zuig-, pers- en doppenfilters schoon zijn.
2. Slangen geen lekken of knikken vertonen. Besteed vooral aandacht aan zuigslangen.
3. Pakkingen en O-ringen aanwezig zijn en goed zijn.
4.De manometer goed werkt. Juiste dosering hangt hier van af.
5. De bedieningsarmatuur goed werkt. Gebruik schoon water om dit te controleren.
6. Hydraulische onderdelen schoongehouden worden.
TRACKER dempingssysteem
STORING
Veldspuit volgt instabiel
Achterste hydraulische cilinders
zijn te strak en voertuig rijdt recht-
door wanneer het een bocht moet
maken.
76
Storingen
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Lucht in hydraulisch systeem
Hydraulisch systeem lekt
Drukregelaar(s) te laag afgesteld
Onvoldoende tegengewicht voorop
tractor
Drukregelaar te hoog afgesteld
NL 16 05
CONTROLE/OPLOSSING
Ontlucht hydraulisch systeem
Repareer lek, ontlucht.
Stel drukregelaar(s) bij
Breng meer tegengewicht aan op
voorkant tractor
Stel drukregelaar bij
Chart NL 16 05A