Gereedmaken van de spuitmachine
Vaste trekstang
Zorg ervoor dat de trekstang recht naar voren wijst vanaf
zijn positie op de veldspuit. Als dat niet het geval is de
twee draadspanners A
verdraaien totdat de
trekstang gecentreerd
staat.
STEERING trekstang
Transportvergrendeling (indien gemonteerd)
De transportvergrendeling is een beveiliging, die de
trekstang in een gecentreerde stand houdt ingeval van
een lek in het hydraulische systeem tijdens transport op
de openbare weg.
De transportvergrendeling wordt geborgd met
borgpennen.
Indien nodig kan de transportvergrendeling versteld
worden door de draadspanners te verdraaien.
SELF TRACK trekstang voor de
COMMANDER 2200/2800
De SELF TRACK wordt als volgt aangesloten:
1. Bevestig de twee onderste trekstangen van de
tractorhefinrichting aan de aankoppelpennen van de
SELF TRACK. Verstel zonodig de lengte van de
trekstang – om een zo goed mogelijke spoorvolging
te verkrijgen.
Zo instellen, dat afstand X is gelijk
aan afstand Y. Beveilig met borgpennen.
2. Bevestig de veiligheidskettingen aan het trekijzer van
de topstang. De ketting voorkomt dat de tussenas
beschadigd raakt als de trekstangen te ver omlaag
komen. Stel de lengte van de kettingen zo af dat de
kettingen strak staan wanneer de aftakas van de
tractor en de as van de pomp in een horizontale lijn
staan.
10
N.B.! Vergrendel indien mogelijk de hydrauliekhendel
van de tractor wanneer de hefarmen in de goede stand
staan, om te voorkomen dat het gewicht van de
spuitmachine op de stabilisatiekettingen rust.
3. Trek de stabilisatiekettingen van de hefarmen aan.
Waarschuwing! Kom niet in de buurt van de
trekboom tijdens het manoeuvreren.
TRAIL CONTROL trekstang
Zie apart speciaal instructieboek.
Slangbescherming
Om te voorkomen dat de slangen en bedrading
beschadigd worden door de wielen van de tractor,
hangen alle slangen en kabels aan de slanghaak A die
aan de trekstang bevestigd is.
T251-0015
Controleer of de slangen en kabels lang genoeg zijn
voor krappe bochten.
NL 05 02 01
T251-0016
T251-0023