Onderhoud na 10 uur
1. Zuigfilter
Ga voor het onderhoud van het zuigfilter als volgt te werk:
1. Trek de stalen klip A uit.
2. Neem zuigslangfitting B uit
het filterhuis.
3. Filtergeleider met filter C
kunnen er nu uit genomen
worden.
Weer in elkaar zetten:
4. Druk de geleider op het
uiteinde van het filter.
5. Het filter in het filterhuis
met de geleider naar
boven.
6. Controleer of O-ring D van
de slangfitting nog goed is
en nog goed ingevet is.
7. Monteer zuigslang B en
stalen klip A weer.
2. Zelfreinigend filter
1. Draai moer A los en maak het filter
open.
2. Controleer het filtergaas B en maak
zo nodig schoon
3. Vet O-ring C in.
4. Monteer het filter weer.
3. Lijnfilter (indien gemonteerd)
Als de spuitboom voorzien is van lijn-
filters, schroef dan de filterpot los om het
filter de controleren en te reinigen.
Er zijn andere filters leverbaar. Zie onder
"Technische specificaties - Filters en
doppen".
Onderhoud
4. Doppenfilters
Controleer en maak schoon.
5. Spuitcircuit
Vul met schoon water, bedien alle functies en controleer
op lekkage bij een hogere spuitdruk dan normaal. Con-
troleer de spuitpatronen van de spuitdoppen op het oog
met schoon water.
6. Remluchttank
Laat gecondenseerd water uit de luchttank lopen via het
aftapventiel.
7. Remmen
Druk het rempedaal in en controleer de remmen van de
aanhanger.
8. Draai bouten aan (alleen vering)
Controleer of deze 9 bouten – aan beide kanten van de
COMMANDER – goed vast zitten. Indien nodig aan-
draaien. Aandraaimoment: bout 1 = 24 Nm (houdt de
moer aan de achterkant van de bevestiging vast met
een sleutel, terwijl bout 1 wordt aangedraaid)
Bout 2-9: 280 Nm.
Bout 8 en 9 bevinden zich achter de veer.
NL 14 02 01
T180-0006
T091-0011
57