70
71
73
44
Bijlage E - Kantelsteunen
Aangezien uw rolstoel eventueel reeds met kantelsteunen uitgerust is, worden Alber
kantelsteunen uitsluitend als toebehoren aangeboden. Bij inzet van de originele kantel-
steunen van de rolstoel gelden de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant
voor het gebruik.
Bij inzet van Alber kantelsteunen zijn aan uw rolstoel twee extra houders aangebracht,
waarin de kantelsteunen geleid worden. Er gelden de volgende aanwijzingen en veilig-
heidsinstructies.
De Alber-kantelsteunen aanbrengen en verwijderen
• Schakel de e-fix wielen vóór het aanbrengen van de kantelsteunen uit.
70
• Neem de borgpen [70] uit de draagvork van de houder [71] door met de duim op de
pen te drukken en hem tegelijkertijd met wijs- en middelvinger eruit te trekken.
71
• Schuif het klemstuk van de kantelsteun [72] in de draagvork van de houder [16].
• Vergrendel de draagvork van de houder [71] met de borgpen [70]. Druk hiervoor met
uw duim op de pen en schuif hem dan volledig tot aan de aanslag in de houder.
72
• Controleer of de borgpen [70] stevig in de draagvork van de houder [71] vastzit. Hij
mag niet meer verwijderd kunnen worden, zonder op de ontgrendeling te drukken.
• Breng de tweede kantelsteun aan.
70
Het verwijderen van de kantelsteunen gebeurt in omgekeerde volgorde.