5
2.1 Aanbrengen van de wielen
De steekassen [11] van de e-fix wielen zijn in technisch opzicht gelijkwaardig aan de tot
op heden gebruikte, handmatig bediende rolstoelwielen. In zoverre kunt u de e-fix wielen
aan uw rolstoel aanbrengen zoals u reeds gewend bent .
• Zet, indien dit nog niet gebeurd is, het systeem aan het bedieningsapparaat uit (zie
hoofdstuk 5.2.2).
• Controleer of het wiel ingekoppeld is (zie hiervoor ook de afbeelding onderaan links en
de toelichtingen die ernaast staan).
• Druk op de centraal in de wielnaaf gelegen ontgrendeling [4] (tegelijkertijd mag in
geen geval de koppelingsring [5] gedraaid worden) en schuif
- de steekas [11] van het e-fix wiel in de wielopname [13] en daarna
- de bus [10] van het e-fix wiel in de draaimomentstekker [12].
!
Tijdens het indrukken van de ontgrendeling [4] mag in geen geval
de koppelingsring [5] gedraaid worden, omdat dit tot schade aan het
wiel kan leiden. Het wiel kan dan niet meer worden weggenomen.
i
Het e-fix wiel moet ingekoppeld zijn, om het aan de rolstoel aan te
brengen.
• Controleer of het e-fix wiel zonder op de ontgrendeling [4] te drukken uit de wieladap-
ter [13] getrokken kan worden. Als dit het geval is, dan zit het e-fix wiel niet correct
in de wieladapter [13] en moet het nog eens opnieuw, zoals hiervoor beschreven, in
de wieladapter worden gestoken.
• Breng het tweede e-fix wiel aan de andere kant van de rolstoel aan.
• Controleer de kleurweergave in het kijkvenster [3] van het e-fix wiel. De kleuren groen
resp. rood geven de momenteel ingestelde bedrijfsmodus weer. Betekenis:
- groen: Het wiel is ingekoppeld, de werking met motorondersteuning is geactiveerd.
- rood: Het wiel is uitkoppeld, werking met motorondersteuning is niet mogelijk.
Het wiel moet handmatig bewogen worden.
• Verdere aanwijzingen voor de bedrijfsmodi vindt u in hoofdstuk 6.
• Om de bedrijfsmodus te wijzigen, moet u de koppelingsring [5] ca. 40 graden tot aan
de aanslag om zijn eigen as draaien.
Met deze paar stappen is het aanbrengen van de e-fix aan uw rolstoel afgesloten. Om
met een motorondersteunde rit te beginnen moet u aan het e-fix wiel de bedrijfsmodus
"Groen" kiezen en vervolgens het systeem inschakelen m.b.v. het bedieningsapparaat
(zie hoofdstuk 5.2.1).
7