Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bijlage B - Intuïtieve Begeleiderbesturing - Alber e-fix KLEIN Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

9:30
BEGELEIDER-
BESTURING ACTIEF
Bijlage B - Intuïtieve begeleiderbesturing
De intuïtieve begeleiderbesturing (hierna begeleiderbesturing genoemd) neemt de hele
besturing van de e-fix over en mag uitsluitend door een persoon worden gebruikt die
de rolstoelgebruiker begeleidt. De rolstoelgebruiker mag de begeleiderbesturing in geen
geval zelf bedienen. De montage van de afzonderlijke componenten gebeurt door Alber of
door een erkende vakhandelaar.
1. Aansluiting van de begeleiderbesturing
• Schakel het bedieningsapparaat van de rolstoelgebruiker uit (zie hoofdstuk 5.2.2).
• Verbind de stekker [3] van de intuïtieve begeleiderbesturing met de bus van de adap-
terkabel [2].
• Voor zover dit nog niet gebeurd is: Steek de stekker [1] van de adapterkabel in een
van de bussen [29] van het accupack.
• De begeleiderbesturing is nu met de e-fix verbonden.
2. Inbedrijfstelling van de begeleiderbesturing
• Schakel de e-fix in en wacht tot het startbeeldscherm verschijnt.
Let op dat u tijdens het inschakelen in geen geval de begeleiderbesturing, de joy-
stick van het bedieningsapparaat of de afzonderlijke bedieningselementen daarvan
aanraakt. Als u dit toch doet, krijgt u een foutmelding.
• Druk op de knop [4] aan de begeleiderbesturing. Daardoor wordt het systeem
ingeschakeld en verschijnen de volgende bedrijfsmeldingen:
- In het display van het bedieningsapparaat van de rolstoelgebruiker:
Tekst "Begeleiderbesturing actief" met symbool van de begeleiderbesturing
(zie grafiek).
- In het display [5] van het bedieningsapparaat van de begeleiderbesturing:
Batterijsymbool (weergave van de accu-capaciteit), rechts daarvan de actueel
ingestelde rijrichting (pijlsymbool) - zie de grafieken links onderaan.
• De begeleiderbesturing is nu actief, het bedieningsapparaat is inactief. De rolstoel kan
zodoende alleen nog maar door een begeleider bewogen worden.
28.06.14
3. Rijden met de begeleiderbesturing
• Leg de door u gewenste rijrichting vast door de schakelaar [7] naar voren (vooruit
rijden) of naar achteren (achteruit rijden) te drukken. De gekozen rijrichting wordt in
het display door een pijlsymbool weergegeven.
• Stel met behulp van het instelwieltje [6] de door u gewenste, maximale eindsnelheid
in. Deze wordt bij het instellen kortstondig procentueel weergegeven onder het bat-
terijsymbool.
• Trek de rijhendel [8] aan - de rit begint.
i
De maximaal te bereiken eindsnelheid kan in de software van de
e-fix opgeslagen worden. Neem dienaangaande contact op met uw
vakhandelaar.
4. Uitschakeling van de begeleiderbesturing
Druk op de knop [4] aan de begeleiderbesturing om deze uit te schakelen.
Als het bedieningsapparaat hierbij nog ingeschakeld is, neemt dit onmiddellijk de bestu-
ring van de e-fix over. De complete uitschakeling van de e-fix moet m.b.v. het bedie-
ningsapparaat uitgevoerd worden (zie hoofdstuk 5.2.2).
i
Wanneer de e-fix m.b.v. het bedieningsapparaat uitgeschakeld wordt,
zolang de begeleiderbesturing nog actief is, wordt de begeleiderbe-
sturing onmiddellijk geactiveerd, zodra het bedieningsapparaat de
volgende keer ingeschakeld wordt.
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

E-fix leichtE-fix wendig

Inhoudsopgave