INSTALLATIE
WATERAANSLUITINGEN
Wateraansluitingen - verdamper / condensor / desuperheater / totale warmteterugwinning
Voordat het systeem wordt gestart, moet u controleren of de watercircuits zijn aangesloten op de juiste warmtewisselaars (bijvoorbeeld
niet omgekeerd tussen verdamper en condensor of tussen in- en uitlaten voor water). De watercirculatiepomp moet bij voorkeur
stroomopwaarts zitten zodat de verdamper/condensor een positieve druk krijgt. Wateraansluitingen voor in- en uitlaat zijn aangegeven
op de gewaarmerkte tekening die bij de unit wordt geleverd of in de verkoopbrochure wordt aangegeven.
Het gebruik van een waterfilter in het watercircuit stroomopwaarts van de warmtewisselaar is verplicht. Deze filters moeten alle deeltjes
met een diameter groter dan 1 mm verwijderen en zich op 1 meter van de inlaat van de warmtewisselaar bevinden. Ze kunnen als optie
door de fabrikant worden geleverd.
BIJ ONTBREKEN VAN EEN FILTER AAN DE INLAAT VAN DE PLATENWARMTEWISSELAAR VERVALT
!
DE GARANTIE.
Hydraulische tekeningen in de bijlagen of geleverd bij de unit
Het is van belang dat u de, niet complete, aanbevelingen hieronder opvolgt:
•
De waterleidingen mogen geen radiale of axiale krachten, of trillingen op de warmtewisselaars overbrengen. (Gebruik flexibele
verbindingen om de overdracht van trillingen te beperken.)
•
Monteer handmatige of automatische ontluchtingskleppen op alle hoge punten in de circuit(s).
•
Monteer aftapaansluitingen op alle lage punten zodat het gehele circuit kan worden geleegd.
•
Monteer een expansieklep om de druk in de circuit(s) in stand te houden, als ook een veiligheidsvoorziening
•
Houd rekening met de aansluitingen voor waterin- en uittrede zoals aangegeven op de unit.
•
Monteer thermometers in de wateraansluitingen voor zowel in- als uittrede.
•
Monteer afsluiters dicht bij de wateraansluitingen voor in- en uittrede.
•
Isoleer na het testen op lekkages alle leidingen om thermische lekken te beperken en condensvorming te voorkomen.
•
Indien de externe waterleidingen zich bevinden op een plaats waar de omgevingstemperatuur onder de 0°C kan dalen, isoleer
dan de leidingen en monteer een elektrische verwarming. Als optie worden de interne leidingen van de unit beschermd.
•
Zorg voor een goede en doorlopende aardaansluiting.
•
Aansluitleidingen mogen onder geen beding het leidingsysteem van onze units belasten. Voorkom deze belasting door gepaste
ondersteunings- en bevestigingsmiddelen te gebruiken.
•
Er mag niets op de behuizing van de machine steunen.
VULLEN MET WARMTEWISSELAARVLOEISTOFFEN EN HET VERWIJDEREN DAARVAN MOET WORDEN
!
UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERDE MONTEURS MET APPARATUUR DIE DOOR DE INSTALLATEUR
WORDT AANGEBRACHT OP HET WATERCIRCUIT. GEBRUIK NOOIT DE WARMTEWISSELAARS OP DE UNIT
VOOR HET VULLEN MET WARMTEWISSELAARVLOEISTOF.
CHILLER-IOM-2023.05-NL
15