WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Controle- en waarschuwings-
lampjes
1
3
4
ZAUM0554
1. Controlelampje linker
richtingaanwijzers "
"
2. Controlelampje rechter
richtingaanwijzers "
"
3. Controlelampje grootlicht "
4. Waarschuwingslampje olieniveau "
Controlelampjes
richtingaanwijzers "
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
Controlelampje grootlicht "
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU49392
Waarschuwingslampje
olieniveau "
Dit waarschuwingslampje brandt als de
2
sleutel in de "
niveau in het oliereservoir voor 2-takt injec-
tiesmering bij draaiende motor te laag staat.
Als het waarschuwingslampje bij draaiende
motor gaat branden, stop dan direct en vul
het oliereservoir met Yamalube 2 of gelijk-
waardige 2-takt injectiesmering van ofwel
JASO-klasse "FC" of ISO-klasse "EG-C" of
"EG-D". Het waarschuwingslampje moet
3
doven nadat het oliereservoir voor 2-takt in-
jectiesmering is bijgevuld.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer het elektrisch cir-
"
cuit te controleren als het waarschuwings-
"
lampje niet gaat branden als de sleutel in
de "
"-stand staat of niet dooft nadat de
DAU11030
olie in het oliereservoir voor 2-takt injectie-
smering is bijgevuld.
" en "
"
LET OP
Gebruik het voertuig alleen als u weet
dat het motorolieniveau voldoende hoog
is.
DAU11080
"
DAU11181
"
"-stand staat of als het olie-
DCA16291
3-2
Snelheidsmeterunit
1
2
ZAUM0555
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
ALLEEN VOOR GROOT-BRITTANNIË
1
2
ZAUM0590
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
DAU11621