WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Tankdop en dop van het oliere-
servoir voor 2-takt injectiesme-
ring
De tankdop en de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering bevinden zich
onder het zadel. (Zie pagina 3-8.)
Tankdop
1
2
ZAUM0560
1. Tankdop
2. Dop oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
Om de tankdop te verwijderen wordt deze
linksom gedraaid en dan losgenomen.
Om de tankdop aan te brengen wordt deze
rechtsom gedraaid.
DAU13202
Dop oliereservoir voor 2-takt injectie-
smering
De dop van het oliereservoir voor 2-takt in-
jectiesmering wordt losgetrokken om te ver-
wijderen.
Om de dop van het oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering aan te brengen wordt deze
vastgedrukt in de reservoiropening.
WAARSCHUWING
Controleer alvorens te gaan rijden of de
tankdop en de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering correct zijn
aangebracht.
Door
ontstaat brandgevaar.
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
DWA10141
voorkomen en het letselrisico tijdens het
tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
brandstoflekkage
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
3-5
WAARSCHUWING
zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
Stop met vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft bereikt.
Omdat brandstof uitzet als deze warm
wordt, kan de warmte van de motor of
de zon ervoor zorgen dat brandstof uit
de brandstoftank stroomt.
DAU13212
DWA10881
3