3.2.9
De operator-ID-functie gebruiken
Als de operator-ID is geregistreerd, kan de ID van de gebruiker aan het eind van het meetresultaat
worden afgedrukt.
De te gebruiken functies kunnen voor elke gebruiker worden beperkt.
■ Wanneer de operator-ID-functie voor het eerst wordt gebruikt
a Registreer eerst een of meer operator-ID's.
→ Zie "■ Een operator-ID registreren" op pagina 3-13.
b Zet de operator-ID-functie op AAN.
→ Zie "■ De operator-ID-functie instellen" op pagina 3-15.
■ Aanmelden
Als de operator-ID-functie is ingesteld, moet u zich bij het starten van het instrument aanmelden bij het
instrument.
U moet zich opnieuw aanmelden als er sinds de laatste bewerking een bepaalde tijd is verstreken.
Wanneer u zich aanmeldt, krijgt u toestemming om het instrument te gebruiken.
a Tik op "-------------".
b Voer de operator-ID in.
• Zie "■ Een letterteken invoeren" op pagina 1-25.
c Tik op [OK].
d Tik op [Aanmld].
• Het scherm [Stand-by] verschijnt.
• U hebt nu toestemming om het instrument te gebruiken.
Referentie:
Als u het instrument gedurende een vooraf bepaalde
periode niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld. Meldt
u opnieuw aan om de bewerking verder te zetten.
AE-4070
3-11