Inhoudsopgave
Advertenties
5.2
Maatregelen als er een fout optreedt
5.2.1
Wanneer een fout optreedt
Er treedt een fout op wanneer het instrument verkeerd gebruikt of bediend wordt.
Een fout wordt gemeld met een waarschuwingstoon, foutnummer en foutmelding.
De waarschuwingstoon is een kort piepgeluid dat ongeveer 1 minuut aanhoudt.
a Tik op [OK].
• De waarschuwingstoon stopt.
b Neem de juiste maatregelen.
• Zie "5.2.2. Oorzaken en oplossingen van fouten" op
pagina 5-3
c Als de fout zich blijft voordoen, schakelt u het
instrument uit en neemt u contact op met uw distributeur.
5.2.2
Oorzaken en oplossingen van fouten
Draag bij het nemen van maatregelen waarbij het monster kan worden
Voer gebruikte monsters, teststrips en beschermende handschoenen af volgens
E001
Oorzaak
Maatregelen
E002
Oorzaak
Maatregelen
AE-4070
5-3
aangeraakt, beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan
pathogene micro-organismen.
de plaatselijke regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval.
Uitschakeling
Het instrument werd tijdens de meting plotseling uitgeschakeld.
Tik op [OK] om de fout te annuleren.
Fout back-upgeheugen
De back-upbatterij is spontaan ontladen omdat het instrument meer dan 3 maanden niet is
ingeschakeld.
(1) Tik op [OK] om de fout te annuleren.
(2) Laat het instrument gedurende minstens 11 uur ingeschakeld om de batterij op te laden.
(3) Tik na het opladen van de batterij op [OK] om het back-upgeheugen te initialiseren.
(4) Stel de datum en tijd correct in (zie pagina 3-3).
Foutnummer en foutmelding
Advertenties
Inhoudsopgave
