Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Arkray AutionIDaten AE-4070 Bedieningshandleiding
Arkray AutionIDaten AE-4070 Bedieningshandleiding

Arkray AutionIDaten AE-4070 Bedieningshandleiding

Semi-automatisch urine-analysator
Inhoudsopgave

Advertenties

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Arkray AutionIDaten AE-4070

  • Pagina 2: Voorwoord

    Voorwoord Dank u voor het aanschaffen van onze semi-automatische urine-analyser, de AutionIDaten AE-4070. Deze handleiding bevat belangrijke informatie over de functies van de AutionIDaten AE-4070. Deze handleiding wordt uitgegeven door ARKRAY, Inc. Lees de handleiding zorgvuldig door alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
  • Pagina 3: Inleiding

    ARKRAY, Inc. • De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. • ARKRAY, Inc. heeft alles in het werk gesteld om deze bedieningshandleiding zo goed mogelijk op te stellen. Als u iets tegenkomt dat vreemd of onjuist is, of als u ziet dat er iets ontbreekt, neemt u contact op met de distributeur.
  • Pagina 4: Symbolen

    Symbolen De onderstaande symbolen worden in deze handleiding en op de etikettering van het instrument gebruikt om uw aandacht op specifieke zaken te richten.  Persoonlijk letsel Volg de hier gegeven instructies op, ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen. Volg de hier gegeven instructies op, ter voorkoming van letsel en schade.
  • Pagina 5: Waarschuwingsetiketten

    Waarschuwingsetiketten Op dit instrument zijn meerdere waarschuwingsetiketten aangebracht op gebieden die mogelijk gevaar opleveren. Stel u op de hoogte van de mogelijke gevaren die op elk etiket worden getoond en volg de voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden beschreven. ■ Voorkant Draagarm (1) Draagarm De draagarm beweegt tijdens het uitvoeren van metingen.
  • Pagina 6: Binnenkant

    ■ Achterkant (4) Afvalbak Raak de afvalbak nooit met onbeschermde handen aan. Draag tijdens het reinigen of onderhouden van de afvalbak beschermende handschoenen, zodat u niet aan pathogene micro-organismen wordt blootgesteld. ■ Binnenkant (5) Motor Raak de motor en het omringende gebied niet aan, met name als het instrument in werking is of net is uitgeschakeld.
  • Pagina 7: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Voorwoord .....................i Inleiding ......................ii Symbolen ....................iii Waarschuwingsetiketten................iv Inhoudsopgave....................vi Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken 1.1 Overzicht van de AE-4070.............. 1-1 1.1.1 Soorten metingen ................1-1 1.1.2 Kenmerken ..................1-2 1.1.3 Specificaties ..................1-4 1.1.4 Meetprincipe ..................1-5 1.1.5 Rangtabellen ..................
  • Pagina 8 Hoofdstuk 2 Meting 2.1 Vóór de meting ................2-1 2.1.1 Meetprocedure .................. 2-1 2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van metingen....2-2 2.2.1 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met het instrument ....2-2 2.2.2 Omgaan met monsters ..............2-3 2.2.3 Hanteren van teststrips..............2-3 2.3 Voorbereidingen voor het meten ..........
  • Pagina 9 3.6 Onderhoud ..................3-26 3.6.1 Optische aanpassing uitvoeren ............3-26 3.6.2 Het optreden van Kleur en W004 aanpassen........3-28 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.1 Frequentie van onderhoud ............4-1 4.2 Dagelijks onderhoud ..............4-2 4.2.1 De invoer reinigen ................4-2 4.2.2 De afvalbak reinigen................ 4-11 4.3 Het thermische papier vervangen..........4-12 4.4 Onderhoud wanneer het instrument gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt................4-14...
  • Pagina 10: Hoofdstuk 1 Voordat U Dit Instrument Gaat Gebruiken

    Voordat u dit instrument gaat gebruiken Hoofdstuk 1 In dit hoofdstuk vindt u informatie die u moet weten voordat u het instrument gaat gebruiken. Overzicht van de AE-4070 1.1.1 Soorten metingen ■ Meting van het monster ● Normale meting In de normale meetmodus worden meerdere monsters na elkaar gemeten. Als de teststrip in het monster is ondergedompeld en op de teststriplade wordt geplaatst, wordt deze automatisch naar de optische eenheid getransporteerd en begint de meting.
  • Pagina 11: Kenmerken

    1.1.2 Kenmerken De AutionIDaten AE-4070 is een semi-automatische urine-analyser die gebruikmaakt van de teststripmethode. Dit compacte instrument is in staat om een groot aantal functies uit te voeren. ● Compact en licht, met eenvoudige structuur Dit instrument kan op diverse plaatsen worden geïnstalleerd en kan gemakkelijk worden gedragen,...
  • Pagina 12 ● Automatische stopfunctie voor metingen De meting stopt automatisch als gedurende een bepaalde tijd geen teststrip wordt geplaatst. Het is niet nodig om handelingen uit te voeren, zoals het indrukken van de Stop-toets. ● Automatische detectie van teststriptype Het instrument identificeert automatisch het type teststrips (op voorwaarde dat ze automatische classificatiemarkeringen hebben).
  • Pagina 13: Specificaties

    1.1.3 Specificaties Product AutionIDaten AE-4070 Configuratie Analyser en accessoires Gemeten objecten Urine Teststrips AUTION Sticks, Uriflet S, AUTION SCREEN Gemeten waarden GLU, PRO, BIL, URO, KET, pH, NIT, BLD, LEU, dichtheid, kleurtoon, ALB, CRE, A/C, P/C Meetbereiken Teststrip: rangtabel (zie “1.1.5. Rangtabellen” op pagina 1-6) Kleurtoon: classificatiediagram kleurtint (zie “■...
  • Pagina 14: Meetprincipe

    1.1.4 Meetprincipe Meet teststrips die voor het instrument zijn ontworpen en gebruikmaken van reflectie met één of twee golflengten. ■ Meten van teststrips Dompel een teststrip gedurende 2 seconden onder in het monster en plaats deze op de teststriplade. De draagarm transporteert vervolgens de teststrip met het teststripinvoermechanisme naar het fotometrische gedeelte.
  • Pagina 15: Kleurtooncorrectie

    ■ Kleurtooncorrectie De golflengten R (635 nm), G (565 nm), B (430 nm) en IR z Helderheid, schakering en tint (760 nm) worden gebruikt voor de kleurtintcorrectiesectie (23 kleurtinten) van teststrips. Door de verschillende reflecties te meten, KLEURLOOS KLEURLOOS kunnen de tint, helderheid en schakering van het monster GEEL worden bepaald.
  • Pagina 16 ● PRO (eiwit) Rangnummer Kwalitatieve waarde ± Semikwantitatieve OVER waarde (mg/dl) ● BIL (bilirubine) Rangnummer Kwalitatieve waarde Semikwantitatieve OVER waarde (mg/dl) ● URO (urobilinogeen) Rangnummer Kwalitatieve waarde NORMAAL Semikwantitatieve OVER waarde (mg/dl) ● PH (pH) Rangnummer Gemeten waarde ● S.G. (dichtheid) Rangnummer Gemeten waarde <...
  • Pagina 17 ● LEU (leukocyten) Rangnummer Kwalitatieve waarde Semikwantitatieve waarde (Leu/μl) ● ALB (albumine) Rangnummer Semikwantitatieve OVER waarde (mg/l) ● CRE (creatinine) Rangnummer Semikwantitatieve OVER waarde (mg/dl) ● A/C (verhouding albumine/creatinine) Rangnummer Kwalitatieve waarde NORMAAL Semikwantitatieve < 30 > 300 OVER waarde (mg/gCr) ●...
  • Pagina 18: Uitpakken

    Note: Opmerking: Teststrips en controles worden niet met het instrument meegeleverd. 1.2.1 Onderdelen in het instrumentpakket Onderdeelnr. Verpakte producten Beschrijving Hoeveelheid Hoofdeenheid instrument AutionIDaten AE-4070 Accessoiresdoos → Zie “1.2.2. Accessoiresdoos” op pagina 1-10. AE-4070...
  • Pagina 19: Accessoiresdoos

    1.2.2 Accessoiresdoos (1) Teststriplade (2) Proefstripset (3) Styluspen (4) Netadapter (5) Stroomsnoer (6) Thermisch papier (7) Bedieningshandleiding Onderdeelnr. Product Beschrijving Hoeveelheid Teststriplade Reserveonderdeel Proefstripset 2 proefstrips (wit) 2 proefstrips (grijs) Styluspen Netadapter Stroomsnoer Nominale waarde: 125 V 7 A (stekkertype A) en 250 V 2,5 A (stekkertype C) Gebruik het juiste type stroomsnoer voor de voedingsspanning in uw regio.
  • Pagina 20: Namen En Functies Van Onderdelen

    Aan/uit-schakelaar Schakelt de stroom in of uit. USB-aansluiting Gebruikt door onderhoudsmedewerkers van Arkray. Teststripdetectievenster Detecteert de teststrip wanneer deze op het (Sensor voor automatisch teststriplaadplatform wordt geplaatst.
  • Pagina 21 ■ Achterkant Onderdeelnr. Product Functie Stroomingangsaansluiting Aansluiting voor de bijgeleverde netadapter. B.C.R.-aansluiting Aansluiting voor de optionele handmatige barcode-lezer. RS-232C-aansluiting Aansluiting voor de kabel van een extern apparaat. Printerknop Druk op deze knop om het printerpaneel te openen. Printerpaneel Open dit deksel om het thermische papier te vervangen. Afvalbak Gebruikte teststrips worden in deze bak gegooid.
  • Pagina 22: Het Instrument Installeren

    Het instrument installeren 1.4.1 Voorzorgsmaatregelen voor installatie van het instrument Lees voordat u het instrument installeert de onderstaande opmerkingen en neem altijd de juiste voorzorgsmaatregelen.  Zorg voor ten minste 20 cm tussenruimte tussen de muur en het achterpaneel. Onvoldoende afstand tussen het instrument en de muren kan leiden tot een te grote spanning op kabelaansluitingen, wat brand kan veroorzaken.
  • Pagina 23 1.4.2 Het instrument installeren Elk onderdeel is stevig vastgezet met bevestigingstape om het instrument te beschermen tegen beschadiging tijdens het transport. Verwijder de bevestigingstapes van het instrument voordat u het gebruikt. Lees eerst “1.4.1. Voorzorgsmaatregelen voor installatie van het instrument” op pagina 1-13 voordat u begint met de installatiewerkzaamheden.
  • Pagina 24 Maak de binnenste bevestigingstapes los. a Trek de bevestigingstapes los (3 plaatsen). b Druk met uw vinger op de zuigpoorten en controleer of het onderdeel stevig in de juiste positie is bevestigd. Zuigpoorten Sluit het onderhoudspaneel. a Sluit het onderhoudspaneel langzaam. •...
  • Pagina 25 Sluit het stroomsnoer aan. Zorg ervoor dat u de netadapter en het stroomsnoer gebruikt die bij het instrument zijn geleverd. Het gebruik van een andere netadapter of een ander snoer dan die bij het instrument zijn geleverd kan elektrische schokken en brand veroorzaken.
  • Pagina 26: De Stroom Inschakelen/Het Instrument Voorbereiden

    1.4.3 De stroom inschakelen/Het instrument voorbereiden Zodra de installatie is voltooid, plaatst u het thermische papier en stelt u de datum en tijd in. Plaats het thermische papier. a Plaats het thermische papier in de ingebouwde printer. Thermisch papier • Zie p 1-b tot stap 3-a in “4.3.
  • Pagina 27: De Stroom Uitschakelen

    Voer het thermische papier in. PAPIERINVOER a Tik op [PAPIERINVOER]. • Het thermische papier wordt ingevoerd. Note: Opmerking: Als het thermische papier niet wordt ingevoerd, zal het meetresultaat niet worden afgedrukt. Stel de datum en tijd in. a Stel de huidige datum en tijd in. •...
  • Pagina 28: Het Instrument Verplaatsen

    1.4.5 Het instrument verplaatsen a Zet de aan/uit-schakelaar uit. • Zie “1.4.4. De stroom uitschakelen” op pagina 1-18 b Trek het stroomsnoer uit het stopcontact. c Trek de netadapter uit het instrument. d Verwijder alle onderdelen die op het instrument zijn aangesloten.
  • Pagina 29: Het Instrument Afvoeren

    1.4.6 Het instrument afvoeren ■ Voordat u het instrument afvoert Note: Opmerking: Dit instrument slaat gegevens met persoonlijke informatie op, zoals meetresultaten en de operator- ID. Neem voor het afvoeren van het instrument contact op met uw distributeur. ■ Bij het afvoeren van het instrument Voer de onderdelen van het instrument en het instrument af volgens de plaatselijke regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval.
  • Pagina 30: Basisbewerkingen

    Basisbewerkingen In dit gedeelte wordt de basisbediening van het aanraakscherm beschreven. 1.5.1 Het aanraakscherm gebruiken Note: Opmerking: Stel het aanraakscherm niet bloot aan schokken en druk er niet met een scherp voorwerp op. Als u dat toch doet, kan dat schade aan het instrument en daardoor persoonlijk letsel veroorzaken. ■...
  • Pagina 31: Stand-By Scherm

    1.5.2 Stand-by scherm Wanneer de stroom wordt ingeschakeld en het instrument wordt gestart verschijnt het scherm [Stand-by]. Onderde Naam Functie elnr. Menu → Zie “3.1. Menuscherm” op pagina 3-1. Metingsinfo invoeren → Zie “2.6. De meetinformatie invoeren” op pagina 2-9. Meetmodus select.
  • Pagina 32: Menuscherm

    1.5.3 Menuscherm Tik op [Menu] in het scherm [Stand-by] om het scherm [Menu] te openen. Scherm [Menu] Schermnaam Voorbeeld) Keer terug naar Tik om het scherm het scherm [Stand-by]. [Instelling] weer te geven. Scherm [Instelling] Opties Zie “3.2.12. De instellingsinformatie afdrukken”...
  • Pagina 33: Instellingenscherm

    1.5.4 Instellingenscherm Schermnaam Terug naar vorig scherm Zie “■ De instelling opslaan” op Opties pagina 1-27 Huidige instelling: Tik om het invoerscherm te openen. Zie “■ Een numerieke waarde of datum invoeren” op pagina 1-24 “■ Een letterteken invoeren” op pagina 1-25 ■...
  • Pagina 34: Een Letterteken Invoeren

    Referentie: ● In het geval de numerieke waarde niet wordt opgeslagen, zelfs nadat u op [OK] hebt getikt dan heeft u waarschijnlijk een numerieke waarde ingevoerd die buiten het bereik ligt. Er kan een numerieke waarde buiten het bereik zijn ingevoerd. Controleer het juiste bereik en voer de numerieke waarde opnieuw in.
  • Pagina 35: Schakelen

    Toets 1 keer 2 keer 3 keer 4 keer 5 keer Terug naar “.” Terug naar “a” Terug naar “d” Terug naar “g” Terug naar “j” Terug naar “m” pqrs Terug naar “p” Terug naar “t” wxyz Terug naar “w” Terug naar “-”...
  • Pagina 36: De Instelling Opslaan

    ■ De instelling wijzigen Huidige instelling (wit) Kan worden geselecteerd (groen) a Tik op het item dat u wilt selecteren. b Tik op [OK]. • De instelling wordt opgeslagen en het scherm wordt gesloten. ■ De instelling opslaan Sla de instelling op nadat deze gewijzigd is. a Tik op [OPSL].
  • Pagina 37: Hoofdstuk 2 Meting

    Meting Hoofdstuk 2 In dit hoofdstuk worden de normale meting, spoedmeting, controlemeting en proefmeting beschreven. Aan het eind van het hoofdstuk vindt u ook een afdrukvoorbeeld van de meetresultaten. Vóór de meting 2.1.1 Meetprocedure Controles vóór de meting z Gebruikte teststrips z Invoer z Thermisch papier Start...
  • Pagina 38: Voorzorgsmaatregelen Bij Het Uitvoeren Van Metingen

    Voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van metingen 2.2.1 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met het instrument  Dit instrument mag alleen door gekwalificeerde personen worden bediend. Een gekwalificeerd persoon is iemand met voldoende kennis van klinische testen en het afvoeren van besmettelijk afval. Lees deze bedieningshandleiding vóór gebruik grondig door.
  • Pagina 39: Omgaan Met Monsters

    2.2.2 Omgaan met monsters In het instrument wordt urine als monster en als ingrediënt van de controleoplossing gebruikt. Urine kan besmet zijn met pathogene micro- organismen die besmettelijke ziekten kunnen veroorzaken. WERK VOORZICHTIG MET URINE. Het verkeerd omgaan met urine kan ertoe leiden dat de gebruiker of anderen besmet raken met pathogene micro-organismen.
  • Pagina 40: Voorbereidingen Voor Het Meten

    Voorbereidingen voor het meten Om het instrument correct te gebruiken, bereidt u de meting voor volgens de onderstaande procedure.  Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen.  Voer gebruikte monsters, teststrips en beschermende handschoenen af volgens de plaatselijke regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval.
  • Pagina 41 Controleer de invoer. a Trek met uw handen aan de zijkanten van het onderhoudspaneel de voorkant van het onderhoudspaneel omhoog. • De vergrendeling wordt verbroken wanneer u een klikgeluid hoort. b Open het onderhoudspaneel langzaam tot het bijna verticaal staat. c Veeg de gekristalliseerde overtollige urine op de teststriplade weg.
  • Pagina 42: Het Instrument Starten

    2.3.2 Het instrument starten a Zorg ervoor dat er niets op de teststriplade ligt. Teststrip- lade Note: Opmerking: Als u de stroom inschakelt, beweegt de draagarm heen en weer op de teststriplade. Let op dat uw vingers niet bekneld raken. Draag- b Druk op de aan/uit-schakelaar.
  • Pagina 43: De Teststrips Selecteren

    De teststrips selecteren Selecteer de teststrips die gebruikt moeten worden voor normale meting, spoedmeting en controlemeting. Referentie:  Bij gebruik van teststrips met automatische classificatiemarkeringen Het type teststrips wordt automatisch bepaald. Hierdoor zijn de onderstaande instellingen niet nodig. a Tik in het scherm [Stand-by] op [Selecteer teststr.]. b Selecteer de teststrips die in elke meetmodus moeten worden gebruikt.
  • Pagina 44: Monsters Voorbereiden

    Monsters voorbereiden  Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen.  Voer gebruikte monsters, opvangbekers en beschermende handschoenen af volgens de plaatselijke regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval.  Voor meer informatie over het omgaan met monsters, zie “2.2.2. Omgaan met monsters”...
  • Pagina 45: De Meetinformatie Invoeren

    De meetinformatie invoeren Stel het metingsnummer, de patiënt-ID en de helderheid van het te meten monster in. a Tik in het scherm [Stand-by] op [Metingsinfo invoeren]. b Voer de meetinformatie in. • Zie de tabel hieronder. c Tik op [OPSL]. •...
  • Pagina 46: Na Elkaar Meten Van Monsters [Normale Meting]

    Na elkaar meten van monsters [normale meting] In de normale meetmodus worden meerdere monsters na elkaar gemeten.  Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen.  Voer gebruikte monsters, opvangbekers, teststrips en beschermende handschoenen af volgens de plaatselijke regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval.
  • Pagina 47 Bereid de teststrips voor. a Neem het vereiste aantal teststrips uit de fles. b Sluit de dop van de fles met teststrips onmiddellijk. Note: Opmerking: Als de dop niet onmiddellijk wordt gesloten, kunnen de teststrips in de fles vocht of vuil uit de lucht opnemen, waardoor de reagentia kunnen worden aangetast en de teststrips onbruikbaar worden.
  • Pagina 48 b Controleer of het scherm [Stand-by] wordt weergegeven. Dompel een teststrip in het eerste monster [zonder tijdsignaal]. a Controleer het gedeelte van de teststrip dat in het monster is ondergedompeld (zie de afbeelding rechts). Zwarte markering × Dompel deze markering niet in het monster Belangrijk: Dompel het gedeelte met de zwarte markering niet in...
  • Pagina 49 a Houd de teststrip vast met het monsternamegedeelte naar boven gericht. b Plaats de teststrip op het detectievenster (zie de afbeelding rechts) Rails (wit) en haal onmiddellijk uw handen weg. Piep • Wanneer de teststrip wordt gedetecteerd, geeft het instrument een pieptoon weer en wordt de teststrip getransporteerd.
  • Pagina 50 c Haal de teststrip eruit wanneer het geluidsignaal stopt. d Verwijder overtollige urine met de rand van de opvangbeker. e Plaats de teststrip op de teststriplade. Piep • Bij detectie wordt de teststrip onmiddellijk getransporteerd. f Meet het volgende monster. •...
  • Pagina 51: Meten In De Modus Per Cyclus Starten

    10 Wanneer de meting voltooid is • Het meetresultaat wordt afgedrukt. → Zie “2.11. Meetresultaten lezen” op pagina 2-28. Referentie:  Wanneer een extern apparaat is aangesloten Zie “3.2.6. De communicatie instellen” op pagina 3-8 a Knip indien nodig de afdruk van het meetresultaat met een schaar bij.
  • Pagina 52 c Snel piepen Dompel gedurende 2 sec. Dompel de teststrip in het monster (2 seconden). Snel piepen d Haal de teststrip eruit wanneer het geluidsignaal stopt. e Verwijder overtollige urine met de rand van de opvangbeker. f Plaats de teststrip op de teststriplade. Piep •...
  • Pagina 53: Spoedmeting

    Spoedmeting De spoedmeetmodus wordt in de volgende gevallen gebruikt: ● Wanneer een speodmonster in een normale metingenreeks moet worden ingevoegd en gemeten ● Wanneer de meting moet worden uitgevoerd met een teststrip die afwijkt van die in de normale metingenreeks ●...
  • Pagina 54 Stel de meetinformatie van het spoedmonster in. a Tik op [Bewrk] in het scherm [Spoedmeting]. • Het tijdsignaal stopt. b Zorg ervoor dat [SPOED] wordt weergegeven in [Meetmodus]. c Voer de patiënt-ID en helderheid in. • Zie “2.6. De meetinformatie invoeren” op pagina 2-9 Referentie: Het metingsnummer kan niet worden gewijzigd.
  • Pagina 55 e Plaats de teststrip op de teststriplade. • De meting start. Referentie:  Het volgende spoedmonster meten Keer terug naar de procedure in stap 4. Wanneer de meting van het spoedmonster is voltooid a Tik op [METEN]. • Keer terug naar de normale meetmodus. AE-4070 2-19...
  • Pagina 56: Controlemeting

    Note: Opmerking: Lees voordat u een controle gebruikt zorgvuldig de bijsluiter. Benodigdheden: controle (commercieel product of een door Arkray aangewezen product), teststrips, beschermende handschoenen Selecteer de teststrips. Referentie: Zie “2.4. De teststrips selecteren” op pagina 2-7 a Tik in het scherm [Stand-by] op [Selecteer teststr.].
  • Pagina 57 Schakel over naar de controlemeetmodus. a Tik in het scherm [Stand-by] op [Meetmodus select.]. b Tik op [CONTROLE]. c Tik op [OK]. • De meetmodus verandert in de controlemeetmodus. Voer de meetinformatie in. a Tik in het scherm [Stand-by] op [Metingsinfo invoeren]. b Zorg ervoor dat [CONTROLE] wordt weergegeven in [Meetmodus ].
  • Pagina 58 Dompel een teststrip in het controlemonster [zonder tijdsignaal]. Referentie: Zie stap 6 in “2.7.1. Meten in de modus Automatisch starten [basisinstelling]” op pagina 2-12. a Dompel de teststrip gedurende 2 seconden in het controlemonster en haal deze er weer uit. Dompel gedurende 2 sec.
  • Pagina 59 Meet de volgende controle [wanneer de meting wordt uitgevoerd volgens het tijdsignaal]. Referentie: Zie stap 8 in “2.7.1. Meten in de modus Automatisch starten [basisinstelling]” op pagina 2-13. a Langzaam piepen Bereid de teststrip voor. b Snel piepen Dompel de teststrip in de controle (2 seconden). c Verwijder overtollige controle van de teststrip met de rand van de container.
  • Pagina 60: Proefmeting

    2.10 Proefmeting Als u vindt dat de meetresultaten van het monster vreemd of twijfelachtig zijn, kunt u de status van het instrument controleren door een proefmeting uit te voeren. Benodigdheden: alcohol, doek, proefstrips (een grijze en een witte), beschermende handschoenen Reinig het instrument.
  • Pagina 61 Proefstrip (grijs) Note: Opmerking: 500 nm wordt niet gebruikt als meetgolflengte voor de AutionIDaten AE-4070. De afdruk van de controleresultaten zal dus geen resultaat van 500 nm bevatten. De beschrijving van 500 nm op het reflectie-etiket op de proefstripbewaarbuis is voor andere soorten apparaten.
  • Pagina 62: Belangrijk

    Note: Opmerking: 500 nm wordt niet gebruikt als meetgolflengte voor de AutionIDaten AE-4070. De afdruk van de controleresultaten zal dus geen resultaat van 500 nm bevatten. De beschrijving van 500 nm op het reflectie-etiket op de proefstripbewaarbuis is voor andere soorten apparaten.
  • Pagina 63 Voer een nieuwe beoordeling uit. a Controleer de reflectie van de tweede proefmeting. ● Als de reflectie binnen het bereik ligt • Het instrument werkt normaal. • De proefstrips die voor de eerste proefmeting zijn gebruikt, zijn slecht. Gebruik deze proefstrips niet meer.
  • Pagina 64: Meetresultaten Lezen

    2.11 Meetresultaten lezen ● Concentratiewaarde ● Reflectie (1) Meetmodus/Metingsnummer Normale meting: METING Nr. 0000 tot 9999 Spoedmeting: SPOED Nr. 0000 tot 9999 Controlemeting: CONTROLE Nr. 0000 tot 9999 (2) Patiënt-ID (3) Meetdatum en -tijd/Teststrip/Interne omgevingstemperatuur van het instrument Afgedrukt met de basisinstelling. →...
  • Pagina 65 (7) Foutmarkering Afgedrukt aan de linkerkant van de meetmodus. Het meetresultaat is abnormaal. Het instrument is defect. (8) Abnormaliteitsmarkering Afgedrukt aan de linkerkant van de gemeten waarde. Abnormale gemeten waarde Markering voor abnormale kleur Referentie:  De foutmarkering of abnormaliteitsmarkering in het meetresultaat afdrukken →...
  • Pagina 66: Hoofdstuk 3 Diverse Bewerkingen

    Diverse bewerkingen Hoofdstuk 3 Dit hoofdstuk beschrijft diverse bewerkingen, zoals het instellen van het instrument, het afdrukken en verzenden van het meetresultaat, en andere bewerkingen. Menuscherm Om het scherm [Menu] te bekijken, tikt u op [Menu] op het scherm [Stand-by]. Scherm [Menu] ●...
  • Pagina 67 ● Meetresultaat Zoeken naar het Meetresultaat. Indien nodig het meetresultaat opnieuw afdrukken of naar een extern apparaat sturen. ● Geschiedenis Item Beschrijving Pagina Geschiedenis Zoek naar een meetresultaat dat een abnormale waarde bevat of een 3-22 zoeken meetresultaat waarin een abnormaliteit is opgetreden. Storingslijst Druk het nummer en de datum en tijd af van de storingen die zich tot 3-23...
  • Pagina 68: Verschillende Instellingen

    Verschillende instellingen 3.2.1 De datum en tijd instellen Stel de huidige datum en tijd, alsook de datumindeling in. [Menu] → [Instelling] → [Datum en tijd] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Datum Stel het huidige jaar, en de huidige maand en dag in. Tijd Stel het huidige uur en de huidige minuten in.
  • Pagina 69: De Taal Instellen

    3.2.2 De taal instellen Stel de taal voor weergave op het scherm in. [Menu] → [Instelling] → [Taal] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Taal 日本語, English, Deutsch, Italiano, Français, Español, Nederlands, Português, Ελληνικά ● Als de instelling wordt gewijzigd Tik achtereenvolgens op [OPSL] → [OK] om de instelling op te slaan. AE-4070...
  • Pagina 70: De Gegevensindeling Voor Het Meetresultaat Instellen

    3.2.3 De gegevensindeling voor het meetresultaat instellen Selecteer de gegevensindeling van het meetresultaat van het meetresultaat: Concentratie of reflectie. Kies ook of u een abnormaliteitsmarkering (*, ?) wilt toevoegen aan een abnormale gemeten waarde. [Menu] → [Instelling] → [Opmaak resultaat] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Normale meting...
  • Pagina 71: De Meetbewerking Instellen

    3.2.4 De meetbewerking instellen Stel de startmethode voor de meting, het tijdsignaal en de initialisatie van het metingsnummer in. [Menu] → [Instelling] → [Meetbewerking] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Bedieningsmodus AUTOMATISCH: Instellen op de modus Automatisch starten. Als een teststrip op een teststriplade wordt geplaatst, begint de meetprocedure automatisch.
  • Pagina 72: Het Afdrukken Instellen

    3.2.5 Het afdrukken instellen Voer instellingen in met betrekking tot de printer en het afdrukken. [Menu] → [Instelling] → → [Afdrukken] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Afdruk AAN/UIT Bepaal of het meetresultaat onmiddellijk na de meting automatisch moet worden afgedrukt. AAN: Onmiddellijk afgedrukt. UIT: Niet afgedrukt.
  • Pagina 73: De Communicatie Instellen

    3.2.6 De communicatie instellen Voer instellingen in met betrekking tot communicatie met een extern apparaat. [Menu] → [Instelling] → → [Externe uitvoer] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Type instellen Stel het communicatiesysteem in voor communicatie met een extern apparaat. Niet gebruiken: Er wordt geen verbinding gemaakt met een extern apparaat. RS-232C: Het externe apparaat wordt aangesloten op een RS-232C- aansluiting.
  • Pagina 74: De Streepjescode Instellen

    3.2.7 De streepjescode instellen Stel het aantal cijfers in bij het lezen van de patiënt-ID van de streepjescode. Referentie: Stel dit in wanneer de optionele handmatige barcode-lezer is aangesloten. [Menu] → [Instelling] → → [Streepjescode] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Eerste cijfer 1e tot 32e cijfer Aantal cijfers 1 tot 18 cijfers...
  • Pagina 75: De Helderheidsinvoer Instellen

    3.2.8 De helderheidsinvoer instellen Voer instellingen in met betrekking tot de helderheidsinvoer. [Menu] → [Instelling] → → [Troebelingsinvoer] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Troebelingsinvoer Stel in of de helderheid van het monster vóór de meting moet worden ingevoerd. De helderheid wordt afgedrukt in het meetresultaat. AAN: Helderheid wordt ingevoerd.
  • Pagina 76: De Operator-Id-Functie Gebruiken

    3.2.9 De operator-ID-functie gebruiken Als de operator-ID is geregistreerd, kan de ID van de gebruiker aan het eind van het meetresultaat worden afgedrukt. De te gebruiken functies kunnen voor elke gebruiker worden beperkt. ■ Wanneer de operator-ID-functie voor het eerst wordt gebruikt a Registreer eerst een of meer operator-ID’s.
  • Pagina 77: Het Wachtwoord Invoeren

    ■ Afmelden a Tik op [Afmld]. • “Afmelden?” verschijnt. b Tik op [OK]. • Het scherm [Operator-ID aanmelden] verschijnt. ■ Het wachtwoord invoeren Om de operator-ID-functie in te stellen, moet u het wachtwoord invoeren. [Menu] → [Instelling] → → → [Operator-ID] a Voer het wachtwoord in.
  • Pagina 78: Een Operator-Id Registreren

    ■ Een operator-ID registreren U kunt tot 150 operator-ID’s registreren. [Menu] → [Instelling] → → → [Operator-ID] → Wachtwoord* → [Registratie] * Zie “■ Het wachtwoord invoeren” op pagina 3-12 a Tik op [-------------]. b Voer de nieuwe operator-ID in. •...
  • Pagina 79: Een Operator-Id Verwijderen

    ■ Een operator-ID verwijderen [Menu] → [Instelling] → → → [Operator-ID] → Wachtwoord* → [Verwijderen] * Zie “■ Het wachtwoord invoeren” op pagina 3-12 a Tik op [-------------]. b Voer de operator-ID in die u wilt verwijderen. • Zie “■ Een letterteken invoeren” op pagina 1-25 c Tik op [OK].
  • Pagina 80: De Operator-Id-Functie Instellen

    ■ De operator-ID-functie instellen [Menu] → [Instelling] → → → [Operator-ID]→ Wachtwoord* → [ID- instelling] * Zie “■ Het wachtwoord invoeren” op pagina 3-12 Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Functie AAN: De operator-ID-functie is ingeschakeld. UIT: Uitgeschakeld. Afdrukken AAN: De operator-ID wordt afgedrukt in het meetresultaat. UIT: Niet afgedrukt.
  • Pagina 81: 3.2.10 De Qc-Vergrendelingsfunctie Instellen

    3.2.10 De QC-vergrendelingsfunctie instellen ■ Wanneer de QC-vergrendelingsfunctie wordt gebruikt Als de controlemeting niet binnen de gestelde termijn wordt uitgevoerd, treedt een QC-vergrendeling op en is meting van een monster niet mogelijk. Als de controlemeting is uitgevoerd wordt de QC- vergrendeling opgeheven en kunnen er metingen uitgevoerd worden.
  • Pagina 82 ■ De QC-vergrendelingsfunctie instellen [Menu] → [Instelling] → → → [QC-vergrendeling] a Voer het wachtwoord in. b Tik op [OK]. c Stel de opties in. • Zie de tabel hieronder. d Tik op [OPSL]. e Tik op [OK]. • De instelling wordt opgeslagen. Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Functie...
  • Pagina 83: 3.2.11 De Helderheid Van De Achtergrond Instellen

    3.2.11 De helderheid van de achtergrond instellen Stel de helderheid van de achtergrond in. [Menu] → [Instelling] → → → [Helderheid achtergrond] Item Beschrijving (Vet: basisinstelling) Helderheidsniv. Stel de helderheid van de achtergrond in. De werkelijke helderheid van de achtergrond verschilt afhankelijk van de instelling.
  • Pagina 84: 3.2.12 De Instellingsinformatie Afdrukken

    3.2.12 De instellingsinformatie afdrukken Druk de huidige instellingen van het instrument af. [Menu] → [Instelling] → [Afdr.] z Voorbeeldafdruk Type teststrip Normale meting STAT-meting Controlemeting "Gegevensindeling uitvoer (Conc: concentratie, Reflex: reflectie) " Normale meting STAT-meting Controlemeting Datumindeling Taal Bedieningsmodus Tijdsignaal Abnormaliteitsindicator Initialisatie metingsnummer Printergebruik...
  • Pagina 85: Meetresultaat

    Meetresultaat Er kunnen tot 520 meetresultaten worden opgeslagen (totaal van normale meting, spoedmeting, controlemeting, proefmeting). Specifieke meetresultaten kunnen worden opgezocht en afgedrukt met de printer of verzonden naar een extern apparaat. Referentie: Als het geheugen vol raakt, wordt het oudste meetresultaat verwijderd, zodat het nieuwe meetresultaat kan worden opgeslagen.
  • Pagina 86: Het Meetresultaat Afdrukken

    b Tik op [ZOEKEN]. • Het zoekresultaat wordt weergegeven. Referentie:  “E007 Geen gegevens gevonden” Er is geen meetresultaat dat aan de voorwaarden voldoet. Tik op [OK]. ■ Het meetresultaat afdrukken a Selecteer het meetresultaat. • Lichtblauw: Geselecteerd Wit: Niet geselecteerd •...
  • Pagina 87: Geschiedenis

    Geschiedenis 3.4.1 Zoeken in de geschiedenis Zoek naar een gemerkt meetresultaat dat zich binnen een bepaalde periode heeft voorgedaan. ● Meetresultaat met een abnormale waarde (gemeten waarde met een “*”) ● Meetresultaat verkregen wanneer een abnormaliteit optreedt in de meting (meetresultaat met een “?”) Het gezochte meetresultaat kan worden afgedrukt.
  • Pagina 88: De Storingslijst Afdrukken

    3.4.2 De storingslijst afdrukken Druk het nummer, en de datum en tijd af van de storingen die zich in het instrument hebben voorgedaan. Er worden maximaal 20 storingen afgedrukt. [Menu] → [Geschiedenis] → [Storingslijst afdrukken] • Het afdrukken begint. z Voorbeeldafdruk AE-4070 3-23...
  • Pagina 89: Initialisatie

    Initialisatie Initialiseer de informatie over de instelling van het instrument. [Menu] → [Initialiseren] a Voer het wachtwoord in. b Tik op [OK]. c Tik op [Parameter]. • “Initialiseren?” verschijnt. d Tik op [OK]. • De initialisatie begint. e Trek de afvalbak uit en verwijder hem. f Zorg ervoor dat er geen gebruikte teststrips zijn.
  • Pagina 90 a Trek met uw handen aan de zijkanten van het onderhoudspaneel de voorkant van het onderhoudspaneel omhoog. • De vergrendeling wordt verbroken wanneer u een klikgeluid hoort. AE-4070 3-25...
  • Pagina 91: Onderhoud

    Onderhoud Pas het instrument indien nodig aan. Situatie Actie ● Als na de proefmeting blijkt dat de reflectie → Zie “3.6.1. Optische aanpassing uitvoeren” op pagina 3-26. buiten het bereik van de referentiewaarden ligt en er een abnormaliteit in het instrument is opgetreden ●...
  • Pagina 92 c Tik op [OK]. • De optische aanpassing begint en “Bezig met aanpassen...” wordt weergegeven. ● Wanneer de aanpassing voltooid is • De aangepaste waarde wordt opgeslagen en het display keert terug naar het scherm in stap 2-a. • De aanpassingsrecord “Optische aanpassing OK” wordt afgedrukt.
  • Pagina 93: Het Optreden Van Kleur En W004 Aanpassen

    3.6.2 Het optreden van Kleur en W004 aanpassen Als “W004” vaak optreedt, ook al zijn de teststrips goed in het monster gedompeld, meet dan vijf keer achter elkaar gezuiverd water (of ionengewisseld water) zodat het instrument kan worden aangepast om het optreden van “W004”...
  • Pagina 94 Voer het wachtwoord in. [Menu] → [Onderhoud] a Voer het wachtwoord in. b Tik op [OK]. Start de aanpassing. a Tik op [Optische eenheid] voor [Item aanpassen]. • [Kleur en W004] wordt weergegeven. b Zorg ervoor dat de teststrip die in [Teststrip] wordt weergegeven, van hetzelfde type is als de teststrip die u bij de hand hebt.
  • Pagina 95 Dompel de teststrips in gezuiverd water (of ionengewisseld water). Referentie: Zie stap 6 tot stap 8 “2.7.1. Meten in de modus Automatisch starten [basisinstelling]” op pagina 2-12. a Langzaam piepen Dompel gedurende 2 sec. Bereid de teststrip voor. b Snel piepen Dompel de teststrip in gezuiverd water (of ionengewisseld water) (2 seconden).
  • Pagina 96 Controleer de aanpassingsrapportage. De aanpassing eindigt wanneer de meting van alle teststrips is beëindigd. ● Wanneer de aanpassingsrapportage “Kleur en W004 OK” is afgedrukt • De aanpassing is normaal verlopen. De aangepaste waarde wordt opgeslagen en het display keert terug naar het scherm in stap 4-b. ●...
  • Pagina 97: Hoofdstuk 4 Onderhoud

    Onderhoud Hoofdstuk 4 In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u elk onderdeel van het instrument moet reinigen en hoe u het thermische papier moet vervangen. Frequentie van onderhoud In de onderstaande tabel staan de plaatsen die onderhoud nodig hebben en het tijdschema voor het onderhoud.
  • Pagina 98: Dagelijks Onderhoud

    Dagelijks onderhoud 4.2.1 De invoer reinigen Reinig de invoer na het beëindigen van de metingen voor de dag.  Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen.  Voer gebruikte beschermende handschoenen af volgens de plaatselijke regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval. Note: Opmerking: Reinig de teststriplade niet met een organisch oplosmiddel zoals alcohol of verdunningsmiddel.
  • Pagina 99 Open het onderhoudspaneel. a Trek met uw handen aan de zijkanten van het onderhoudspaneel de voorkant van het onderhoudspaneel omhoog. • De vergrendeling wordt verbroken wanneer u een klikgeluid hoort. b Open het onderhoudspaneel langzaam tot het bijna verticaal staat. Raak de motor niet aan, want die kan heet zijn.
  • Pagina 100 Verwijder de invoerlade voor teststrips. a Schuif de invoerlade voor teststrips iets naar voren (a) en Invoerlade voor teststrips til hem omhoog (b). Verwijder de invoerslede. a Schuif de vergrendelingsschakelaar naar voren. Note: Opmerking: Duw de vergrendelingsschakelaar niet in en oefen er geen overmatige kracht op uit.
  • Pagina 101 ■ De onderdelen en het paneel reinigen Steriliseer en reinig de draagarm. a Steriliseer de draagarm met alcohol. b Spoel af in water. Note: Opmerking: Veeg voorzichtig alle verontreiniging van de uitsteeksels. Vuil dat op de uitsteeksels achterblijft, kan het soepel invoeren van teststrips hinderen. c Veeg vocht weg met een doek en droog af.
  • Pagina 102 Reinig het paneel. Veeg vuil van elk onderdeel van de tafel met een schone doek. a Reinig de teststripuitlijningshendels en de Teststripuitlijningshendel teststripgeleider op het fotometrische paneel. Teststripuitlijningshendel Teststripgeleider b Reinig de rail en de uitsteeksels op de rechter en linker z Teststripgeleider (rechts) teststripgeleiders.
  • Pagina 103 c Reinig de uitlijningsarmen. z Uitlijningsarm (rechts) Uitlijningsarm * Reinig de uitlijningsarm links op dezelfde manier d Reinig het sensorvenster voor inkomende strips. Sensorvenster voor inkomende strips e Reinig de witte plaat. Witte plaat AE-4070...
  • Pagina 104 ■ De onderdelen van de invoer aanbrengen Breng de invoerslede aan. a Controleer de richting van de invoerslede (zie schema Positionerings- rechts). pinnen b Lijn de 2 gaten in de invoerslede uit met de positioneringspinnen in het instrument en zet ze vast. c Zorg ervoor dat de invoerslede horizontaal staat.
  • Pagina 105 Breng de invoerlade voor teststrips aan. a Houd de invoerlade voor teststrips in de richting die Niet van rechts is aangegeven. boven op dit onderdeel drukken om Note: Opmerking: beschadig- Controleer of de twee merktekens op de invoerlade ing te voor teststrips als volgt staan: voorkomen.
  • Pagina 106 Breng de teststriplade aan. a Zorg ervoor dat de 2 uitsteeksels op de bodem van de teststriplade zitten. b Lijn de uitsteeksels op de teststriplade uit met de gaten in het instrument en klik ze vast. c Schuif ze naar achteren tot ze vastklikt. Teststriplade Sluit het onderhoudspaneel.
  • Pagina 107: De Afvalbak Reinigen

    4.2.2 De afvalbak reinigen Gooi aan het eind van de metingen voor de dag de gebruikte teststrips weg en steriliseer en reinig de afvalbak.  Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen.  Voer gebruikte teststrips en beschermende handschoenen af volgens de plaatselijke regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval.
  • Pagina 108: Het Thermische Papier Vervangen

    Het thermische papier vervangen Als de papierrol bijna op is, ziet u een rode lijn langs beide randen van het thermische papier. Vervang de papierrol zo spoedig mogelijk. Op een nieuwe rol thermisch papier kunnen ongeveer 450 metingen worden afgedrukt. Benodigdheden: thermisch papier Verwijder het resterende thermische papier.
  • Pagina 109 Voer papier in. a Tik op [PAPIERINVOER]. • Het thermische papier wordt ingevoerd. Note: Opmerking: Als het thermische papier niet wordt ingevoerd, zal het meetresultaat niet worden afgedrukt. AE-4070 4-13...
  • Pagina 110: Onderhoud Wanneer Het Instrument Gedurende Lange Tijd Niet Zal Worden Gebruikt

    Onderhoud wanneer het instrument gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt Als het instrument langer dan een week niet wordt gebruikt, volg dan de onderstaande procedure om het te reinigen.  Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen. ...
  • Pagina 111: Hoofdstuk 5 Problemen Oplossen

    Problemen oplossen Hoofdstuk 5 In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen als er een waarschuwing wordt gegeven, of als er een fout of een storing optreedt. Het bevat ook contactgegevens voor het geval dat de storing niet kan worden opgelost. Maatregelen wanneer een waarschuwing optreedt 5.1.1 Wanneer een waarschuwing optreedt...
  • Pagina 112 W002 Abnormaal hoge reflectie Oorzaak Er is een abnormaal monster gemeten (bv. een monster dat een medicijn bevat). Maatregelen ● Controleer of de gebruikte teststrip de teststrip is die is ingesteld in [Selecteer teststr.]. ● Controleer of het geteste monster abnormaal is. W003 Verkeerde plaatsing teststrip Oorzaak...
  • Pagina 113: Maatregelen Als Er Een Fout Optreedt

    Maatregelen als er een fout optreedt 5.2.1 Wanneer een fout optreedt Er treedt een fout op wanneer het instrument verkeerd gebruikt of bediend wordt. Een fout wordt gemeld met een waarschuwingstoon, foutnummer en foutmelding. De waarschuwingstoon is een kort piepgeluid dat ongeveer 1 minuut aanhoudt. a Tik op [OK].
  • Pagina 114 E004 Geen papier in de printer Oorzaak ● Het thermische papier is op. ● Het thermische papier is niet correct geplaatst. ● Er is geen papier ingevoerd na het plaatsen van het thermische papier. Maatregelen (1) Als [OK] wordt weergegeven, tikt u op [OK] om de fout te annuleren. (2) Vervang door het nieuwe thermische papier (zie pagina 4-12).
  • Pagina 115 E009 Geen teststrip in de invoer Oorzaak ● De invoerslede is niet bevestigd. ● Het detectievenster is vuil. ● De sensor voor inkomende strips is defect. ● Er is een probleem met de instelling van het detectieniveau. Maatregelen (1) Tik op [OK] om de fout te annuleren. (2) Schakel het instrument uit en open het onderhoudspaneel.
  • Pagina 116: Maatregelen Als Er Een Storing Optreedt

    Maatregelen als er een storing optreedt 5.3.1 Wanneer een storing optreedt Een storing doet zich voor wanneer er een probleem is met het instrument waardoor de werking moet worden stopgezet. Een storing wordt gemeld met een waarschuwingstoon, foutnummer en foutmelding. De waarschuwingstoon is een lang piepgeluid dat ongeveer 1 minuut aanhoudt.
  • Pagina 117 T110 Geen kalibratiecurve Oorzaak Er is geen kalibratiecurve ingevoerd. Of de informatie is niet geschikt. Maatregelen (1) Tik op [OK] om de storing te annuleren. (2) Tik op [OK] om het mechanisme te initialiseren. (3) Als de storing zich blijft voordoen, schakelt u het instrument uit en neemt u contact op met uw distributeur.
  • Pagina 118 T130 Storing in initialisatie fotometrisch gedeelte T131 Storing in aandrijving fotometrisch gedeelte Oorzaak ● Er is een fout opgetreden in het aandrijfmechanisme van het fotometrische gedeelte of in de positiedetectiesensor. ● Er zitten te veel teststrips in de afvalbak en deze belemmeren de aandrijving van het fotometrische gedeelte.
  • Pagina 119 T138 Storing bij invoer teststrip Oorzaak ● Een teststrip werd niet correct getransporteerd. ● De afvalbak zit te vol met teststrips. ● Er is een fout opgetreden in de elektrische circuits. Maatregelen (1) Tik op [OK] om de storing te annuleren. (2) Open het onderhoudspaneel.
  • Pagina 120 T170 Storing in initialisatie externe uitvoer Oorzaak Er is een elektrische fout opgetreden in de printplaat. Maatregelen (1) Tik op [OK] om de storing te annuleren. (2) Tik opnieuw op [OK]. (3) Schakel het instrument uit. (4) Neem contact op met uw distributeur. T171 Storing in bidirectionele communicatie Oorzaak...
  • Pagina 121: Hoofdstuk 6 Bijlage

    6.1.2 Klinische prestaties In het AutionIDaten AE-4070-systeem worden de meetresultaten van pH, creatinine en dichtheid gebruikt om de beoordeling van andere gemeten parameters te ondersteunen. Het meetresultaat van ALB wordt klinisch gebruikt met behulp van het berekeningsresultaat A/C-verhouding met CRE. Daarom worden positieve procentuele overeenstemming, negatieve procentuele overeenstemming, totale procentuele overeenstemming over pH, creatinine, dichtheid en albumine niet beschreven.
  • Pagina 122: Index

    Index Aan/uit-schakelaar Een letterteken invoeren ........... 1-11 ......... 1-25 Aanmelden Een numerieke waarde invoeren ..............3-11 ......1-24 Aanraakscherm Eerste cijfer ............1-21 ..............3-9 Aantal cijfers voor lezen Einddatum .......... 3-9 ..............3-20 Aantal regeleinden Extra gegevens ............. 3-7 ............
  • Pagina 123 Instrument Beschrijving ............1-1 Afvoeren Gegevensindeling uitvoer ............1-20 ......3-5 Installeren Modus Automatisch starten ............1-14 ......2-10 Verplaatsen Modus Per cyclus starten ............. 1-19 ......2-15 Voorbereiden ..........1-17 Invoeren ..............1-24 Onderdelen in het instrumentpakket ...... 1-9 Onderhoud ............3-26 Kenmerken...
  • Pagina 124 Beschrijving Voorzorgsmaatregelen ............1-1 ..........2-3 Gegevensindeling uitvoer Voorzorgsmaatregelen bij het werken met het ......3-5 Gegevensindeling uitvoer instellen instrument ..... 3-5 ..............2-2 Werkwijze ............2-17 Stand-by scherm ............1-22 Starten ................2-6 Waarschuwing ............5-1 Storing ................5-6 Oorzaken en oplossingen .......

Inhoudsopgave