c Haal de teststrip eruit wanneer het geluidsignaal stopt.
d Verwijder overtollige urine met de rand van de
opvangbeker.
e Plaats de teststrip op de teststriplade.
• Bij detectie wordt de teststrip onmiddellijk
getransporteerd.
f Meet het volgende monster.
• Keer terug naar de procedure in stap 8-a.
9
Terwijl de meting bezig is
• Het metingsnummer en de patiënt-ID worden
weergegeven in de volgorde van plaatsing van de
teststrips.
• De meting begint wanneer het metingsnummer en de
patiënt-ID bovenaan worden weergegeven.
• ▲ knippert tijdens de meting.
Referentie:
De meting stoppen
Tik op [STOP]. Als een teststrip wordt getransporteerd,
stopt de meting nadat de meting van de teststrip is
voltooid.
De patiënt-ID en helderheid bewerken
Tik op [Bewrk].
U kunt de informatie van het volgende monster
bewerken.
→ Zie "2.6. De meetinformatie invoeren" op pagina 2-9.
Note:
Opmerking:
Wanneer "Afvalbak vol" en "Meting" afwisselend worden weergegeven
→ Zie "E005 Afvalbak vol" op pagina 5-4.
Wanneer "Opvang overtoll. urine vol" en "Meting" afwisselend worden weergegeven
→ Zie "E006 Opvang overtoll. urine vol" op pagina 5-4.
Monster voor volgende meting
Monster aan het einde geplaatst
Piep
AE-4070
2-14