alle vragen die u mogelijk hebt over uw apparaat, hartritme of
•
medicatie aan uw arts voorleggen; zorgen dat u alle medicatie
gebruikt volgens de aanwijzingen van uw arts;
geen strakzittende kleding dragen die de huid boven het apparaat
•
zou kunnen irriteren;
niet op het apparaat of het aangrenzende gebied op de borstkas
•
wrijven;
als uw arts u dit instrueert, zo min mogelijk armbewegingen
•
maken die het geïmplanteerde geleidersysteem zouden kunnen
beïnvloeden;
ruw contact vermijden dat klappen op de implantatieplaats tot
•
gevolg kan hebben; als u valt of een ongeluk krijgt waardoor
u een impact op de implantatieplaats krijgt, dient u contact met
uw arts op te nemen;
NB: Als u tenger gebouwd bent, dan is uw geïmplanteerde
apparaat mogelijk duidelijker te zien onder de huid. Als dit het
geval is, moet u extra behoedzaam zijn om directe klappen op
uw implantatieplaats te voorkomen.
contact opnemen met uw arts als u iets onverwachts of
•
ongewoons zoals nieuwe symptomen opmerkt;
uw arts op de hoogte brengen als u van plan bent lange reizen
•
te maken;
uw arts op de hoogte brengen als u van plan bent te verhuizen en
•
uw arts vragen om u door te verwijzen naar een arts in de nieuwe
omgeving;
beperkingen die uw arts mogelijk op uw autorijden oplegt, in acht
•
nemen, tenminste in het begin, om te voorkomen dat uw wonden
onder onnodige spanning komen te staan.
7