Inhoudsopgave
Advertenties
Installeren, elektrisch
Externe ventilator
Toerentalgeregelde motoren met frequen‐
tieomvormers
Slaglengte-stelaandrijvingen/regelaandrij‐
vingen
Membraanbreuksensor (optie)
40
Motorgegevens/aansluitschema
Belangrijke motorgegevens staan op het typeplaatje en in het hoofd‐
n
stuk "Technische gegevens".
Het elektrisch aansluitschema bevindt zich in de klemmenkast.
n
Motorinformatiebladen, speciale motoren, speciale
motorflenzen, externe ventilatoren, temperatuurbewa‐
king
Voor meer informatie over de motor met identcode-
–
kenmerk "S" - zie onze website www.promi‐
nent.com. Voor de andere motoren kunnen de moto‐
rinformatiebladen worden aangevraagd.
–
Bij motoren met andere identcode-kenmerk dan "S",
"M" of "N": Lees de gebruikershandleiding van de
motoren aandachtig door.
Speciale motoren of speciale motorflenzen zijn op
–
aanvraag leverbaar.
Bij motoren met een externe ventilator (identcode-kenmerk "R" of "Z") een
aparte voeding voor de externe ventilator voorzien.
De motor volgens het aansluitschema van het regelapparaat aansluiten bij
aansturing door een elektronisch regelapparaat (bijv. draaistroommotoren
door frequentieomvormers).
De motoren volgens het meegeleverde aansluitschema, resp. het aansluit‐
schema aan de binnenzijde van de behuizing aansluiten.
Slaglengtestelaandrijvingen/regelaandrijvingen mogen alleen worden
bekrachtigd als de pomp draait, anders raken deze ze beschadigd.
Zeer lage veiligheidsspanning
Bij de aanwezigheid van geleidende doseermedia, bestaat bij een
n
defect het gevaar voor een elektrische schok.
Om veiligheidsredenen wordt aanbevolen een zeer lage veiligheids‐
n
spanning aan te sluiten, bijv. volgens EN 60335-1 (SELV).
Gevaar voor onopgemerkte membraanbreuk
Is een pomp besteld met een elektrische membraanbreuksensor,
n
moet deze ook elektrisch worden geïnstalleerd.
Sluit de meegeleverde membraanbreuksensor elektrisch aan op een
n
geschikte analyse-eenheid.
a) Membraanbreuksensor met schakelcontact
De kabel kan willekeurig op de polen worden aangesloten.
b) Namur-sensor, intrinsiek veilig
Het door de klant geïnstalleerde analyse-/voedingsapparaat moet de
stroomwijzigingen van de Namur-sensor kunnen analyseren, om een
membraanbreuk te kunnen melden.
Binnen de Ex-zone geldt:
Bij de Namur-sensor NJ1,5-8GM-N ook de gegevens in de verklaring
n
van EG-typeonderzoek PTB 00 ATEX 2048 X opvolgen.
Advertenties
Inhoudsopgave
