Inhoudsopgave
Advertenties
Basisinformatie
Elektrische installatie
Netaansluiting Uitvoering
De elektrische installatie- en
aansluitingswerkzaamheden mogen
uitsluitend door een erkende
elektricien worden uitgevoerd.
De landspecifieke voorschriften en
bepalingen moeten in acht worden
genomen.
In het algemeen mag het apparaat
alleen door een gekwalificeerde
elektricien van het stroomnet
worden losgekoppeld.
Wandmontage
•
Draai 2 dekselschroeven los en
verwijder de deksel
•
Houd de kast tegen de muur en
markeer de montagegaten (5mm).
•
Bevestigingsgaten boren
•
Bevestig de wandbehuizing met de
bijgeleverde pluggenset en
schroeven.
•
Aan de kabelingangen van de
wandbehuizing moet een kabelkanaal
worden gemonteerd, zodat de
kabelingangen na de installatie
volledig worden afgedekt. Vóór de
montage moet de kabelgoot worden
uitgesneden overeenkomstig de
kabelinvoeropeningen van de
wandbehuizing, zodat de kabels
gemakkelijk kunnen worden
ingevoerd.
6
4
2
De netaansluiting geschiedt op de
aansluitblokken (2) met de
aanduidingen L, N, en PE van de
LOGON B.
De verwarmingsregelaar moet met
geschikte middelen van het net kunnen
worden losgekoppeld. Hiervoor kunnen
2-polige schakelaars met een
contactopeningbreedte van >3 mm of
mini-automaten worden gebruikt.
Netspanning: 230 V, 50 Hz
Zekering van de netaansluiting ter
plaatse: 6,3 A. De totale som van de
stromen van alle elektrische
verbruikers mag niet meer dan 6,3 A
bedragen.
Als voedingskabel voor het toestel moet
een vaste kabel met een minimale
doorsnede van 3 x 1,0 mm2 en
kabelmaat H05VV worden gebruikt.
6
De stroomvoerende geleiders van de
kabelhouders (5) naar de
aansluitklemmen (2) of (3) moeten
3
vóór de beveiligingsgeleider strak
komen te staan als zij uit de
kabelhouders glijden.
4
Stekkerverbinding tussen warmte
pomp, sensor en verbruikerkabel
en LOGON B
De sensor- en verbruikerkabels
moeten worden aangesloten op de
schroefpluggen
5
(3) op de LOGON B. (Zie elektrisch
schakelschema en standaard dia-
grammen).
De elektrische kabels moeten met de
bijgeleverde kabelhouders aan de
trekontlastingsrail worden bevestigd.
Voor warmtepompen met een aan/uit-
2
contact of een wisselcontact voor
verwarmen/koelen moeten de
klemmenblokken (3) met de
aanduidingen 24/15 of 25/14 worden
gebruikt. (Zie schema's elektrische
schakeling en standaardschema's).
3
Aan/
Heating/
Uit
Koeling
Sluit de behuizing
•
Plaats het deksel (6) aan de
bovenkant en monteer het met 2
schroeven.
•
Voer de inbedrijfstelling en
paraformering van de
verwarmingscircuits en de
warmwaterbereiding uit
overeenkomstig de
parametrisatielijsten en de
systeemvereisten.
4
QX1
SWW
ctrl
element
Q3
Advertenties
Inhoudsopgave
