Details instellingen
Menu: Koelcircuits
Karakteristieke koelcurve
Op basis van de karakteristieke
koelcurve bepaalt de regelaar de
gewenste aanvoertemperatuur bij een
bepaalde gemengde
buitentemperatuur. De karakteristieke
koelcurve wordt bepaald door de
definitie van twee vaste punten
(instelpunt bij 25°C en bij 35°C).
Koellimiet bij buitentemp.
Reg
elnr.
CC1
CC2
CC3
908
1208
1508 Instelpunt debiet bij buitentemp.
909
1209
1509 Debiet set-point bij buitentemp. 35°C 24°
Stromingsinstelpunt bij
buitentemp.25°C
Bepaalt de voor koeling vereiste
aanvoertemperatuur bij een gemengde
buitentemperatuur van 25°C zonder
rekening te houden met de
zomercompensatie.
TVKw
Toutmix TAgem gemengde buitentemperatuur
De ingestelde karakteristieke koelcurve heeft betrekking op een
ruimtetemperatuur van 25°C. Bij wijziging van het ingestelde ruimte-instelpunt
wordt de karakteristieke koelcurve automatisch aangepast. Als het instelpunt
van de ruimte wordt gewijzigd, wordt de karakteristieke koelcurve automatisch
aangepast.
Reg
elnr.
CC1
CC2
CC3
912
1212
1512
Als de gemengde buitentemperatuur boven de koelgrens ligt, wordt de koeling
vrijgegeven. Als de gemengde buitentemperatuur ten minste 0,5 K onder de
koelgrens ligt, wordt de koeling geblokkeerd.
Om te voorkomen dat de koeling te snel na het einde van de verwarming start,
wordt de koelfunctie gedurende de hier aangegeven tijd geblokkeerd. De uit-tijd
begint als er geen geldige warmtevraag van verwarmingscircuit 1 meer in
behandeling is. Warmteaanvragen van verwarmingscircuit 2 of P worden
genegeerd.
Schakel het systeem uit en weer in met de bedrijfstoets om de geblokkeerde
uitschakeltijd te annuleren.
42
Opdrachtregel
25°C
Instelpunt debiet bij buitentemp. 35°C
Bepaalt de voor koeling vereiste
aanvoertemperatuur bij een gemengde
buitentemperatuur van 35°C zonder
rekening te houden met de
zomercompensatie.
voorlooptemperatuur set-point voor koeling
Opdrachtregel
Koellimiet bij buitentemp.
Fabrieksinstelling
20°
Fabrieksinstelling
24°