Naaien met tweelingnaald, model London 8
2.0~5.0
T
Informatie:
Tweelingnaalden zijn afzonderlijk verkrijgbaar.
Deze zijn niet inbegrepen in de
standaarduitrusting van de naaimachine.
Zet de tweelingnaald in.
Informatie:
Bij het gebruik van tweelingnaalden moet
altijd de universele naaivoet worden
gebruikt, ongeacht welke naaitechniek u
gebruikt.
Gebruik alleen tweelingnaalden met een
afstand tussen de naalden van max. 2 mm
(d.w.z. bernette artikelnummer 502020.62.91)
Druk en schuif de garenklospen lichtjes naar
achteren tot hij rechtop vastzit. Rijg de draad
zoals gewoonlijk bij het naaien met een
normale naald vanaf de horizontale
garenklospen in. Rijg de linkernaald in.
Bevestig de tweede garenklospen (wordt
met de standaardaccessoires geleverd) in
de hiervoor bestemde opening bovenop de
naaimachine.
Rijg de draad door de overige geleidingen,
maar niet door de draadgeleiding boven de
naald. Rijg de rechternaald in.
Rijg beide naalden altijd apart in.
Informatie:
Bij het naaien met de tweelingnaald moeten
beide garens van dezelfde kwaliteit zijn.
Er kunnen natuurlijk wel twee verschillende
kleuren worden gebruikt.
Kies een steek.
Druk voor het openen van het
functieprogramma op de functietoets.
Informatie:
Steek 10, 50 - 60 en de alfabetten kunnen
niet met een tweelingnaald worden genaaid.
Speciale functies
63