Veiligheidsvoorschriften Belangrijke veiligheidsvoorschriften Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dienen de navolgende en gebruikelijke veiligheidsvoorschriften absoluut in acht te worden genomen: Lees voor het gebruik van deze naaimachine alle instructies zorgvuldig door. Bewaar de handleiding op een geschikte plaats in de buurt van het apparaat. Indien de naaimachine aan derden wordt gegeven, dient de handleiding te worden meegeleverd.
Veiligheidsvoorschriften 15. Schakel de naaimachine uit door de hoofdschakelaar op ("O") te zetten en de stekker uit het stopcontact te trekken. 16. Trek bij het uitschakelen altijd aan de stekker, nooit aan de kabel. 17. Als de kabel, die vast aan het pedaal is bevestigd, is beschadigd, moet deze door de producent of een geautoriseerde vakhandelaar worden vervangen.
Pagina 4
Veiligheidsvoorschriften Informatie: Deze naaimachine is uitsluitend voor huishoudelijk gebruik bestemd. Indien de naaimachine zeer intensief of voor commerciële doeleinden wordt gebruikt, dient deze zeer regelmatig en zorgvuldig gereinigd en onderhouden te worden. Slijtageverschijnselen door intensief of commercieel gebruik zijn, ook als de garantie nog niet is verlopen, niet automatisch in de garantieregeling ingesloten.
Raadpleeg een geautoriseerde elektricien als u twijfels heeft over de aansluiting op het stroomnet. Trek de stekker uit het stopcontact van het stroomnet als het apparaat niet wordt gebruikt. Gebruik bij het model London 7/ London 8 alleen het pedaal C-9000.
Naaimachine voorbereiden Naaitafel Houd de naaitafel horizontaal en trek hem in de richting van de pijl, als hij moet worden verwijderd. In de naaitafel kunnen de accessoires worden opgeborgen. Open de naaitafel door het deksel naar beneden te klappen.
Naaimachine voorbereiden Bovenkap Druk met de vinger op het symbool " " en de bovenkap springt open. Duw de bovenkap naar beneden en druk weer op het symbool " ", zodat de bovenkap wordt gesloten. Draaiknop Raak de buitenrand van de draaiknop met uw vinger aan en scrol vooruit of achteruit.
Naaimachine voorbereiden Onderdraad opspoelen 1. Zet het garen en de garenkloshouder op de garenklospen. Zet bij kleine garenklosjes de garenkloshouder met de smalle kant tegen de garenklos of gebruik de kleine garenkloshouder. Attentie: Bij gebruik van speciaal garen, dat snel van de klos glijdt, dient van tevoren een garenklosnetje over de garenklos te worden getrokken.
Pagina 13
Naaimachine voorbereiden Informatie: Als de spoelstift naar rechts wordt gedrukt, verschijnt het symbool " " op het display. 6. Houd het draadeinde met de hand vast. 7. Start het spoelen door op het pedaal te drukken of op de start/stop-toets te drukken. 8.
Naaimachine voorbereiden Spoel inzetten Informatie: - Zet de hoofdschakelaar op "O" voordat het spoeltje wordt ingezet. - De draadhevel moet tijdens het inrijgen in de hoogste stand staan. - Verkeerd inrijgen kan de naaimachine beschadigen! Open het klepje door dit naar voren te schuiven. Leg het spoeltje in de spoelhouder, zodat de draad tegen de wijzers van de klok in van het spoeltje loopt.
Naaimachine voorbereiden Bovendraad inrijgen Informatie: Als de bovendraad niet correct wordt ingeregen, kan dit diverse problemen veroorzaken. Om de draadspanning te verminderen, moet de naald eerst helemaal naar boven en de naaivoet omhoog worden gezet. 1. Til de garenklospen omhoog tot deze in de middelste positie vastzit.
Pagina 16
Naaimachine voorbereiden 3. Trek de draad naar voren, daarna naar beneden. Op deze manier ligt de draad correct in de draadspanning. 4. Trek de draad daarna verder naar beneden en om de draadhevelafdekking naar boven. 5. Rijg de draad van rechts naar links door de opening van de draadhevel en trek hem dan weer naar beneden.
Naaimachine voorbereiden Inrijger Zet de naald in de hoogste stand en de transporteur naar beneden. Informatie: Zet de hoofdschakelaar op "O"! Laat de hendel van de inrijger langzaam zakken en trek de draad zoals afgebeeld onder de geleiding door en naar rechts. De inrijger draait automatisch in de inrijgpositie en het haakje steekt door het oog van de naald.
Naaimachine voorbereiden Naald verwisselen Informatie: Zet de naaimachine voor het inzetten of verwijderen van de naald uit door de hoofdschakelaar op "O" te zetten. Vervang de naald regelmatig, vooral bij slijtageverschijnselen en bij het constateren van onregelmatige steken. Zet de naald zoals afgebeeld in: A.
Naaimachine voorbereiden Draadspanning - Basisinstelling draadspanning: "4" - Draai de knop naar een hoger cijfer voor een hogere spanning. - Draai de knop naar een lager cijfer voor een lagere spanning. Lager Hoger - Voor een optimaal resultaat is een correcte draadspanning uitermate belangrijk.
Naaimachine voorbereiden Naaivoet verwisselen Informatie: Zet de naaimachine uit door de hoofdschakelaar op "O" te zetten! Naaivoethouder bevestigen Zet de naaivoetstang omhoog (a). Bevestig de naaivoethouder (b) zoals afgebeeld. Naaivoet bevestigen Zet de naaivoethouder (b) naar beneden tot de inkeping (c) direct boven de stift (d) ligt.
Naaimachine voorbereiden Tweetraps naaivoet Met behulp van de naaivoethevel wordt de naaivoet omlaag- en omhooggezet. Bij het naaien van verschillende lagen stof kan de naaivoet op de tweede stand worden omhooggezet. Duw hiervoor de naaivoethevel iets verder naar boven. Op deze manier kan het naaiwerk gemakkelijker onder de naaivoet worden gelegd.
Belangrijke informatie m.b.t. het thema naaien Aanwijzingen voor de keuze van naald, stof, garen Belangrijk: Het garen wordt overeenkomstig de werkzaamheid gekozen. Voor een perfect resultaat speelt ook kwaliteit en materiaal een belangrijke rol. Het is raadzaam om kwaliteitsgaren van een goed merk te gebruiken.
Belangrijke informatie m.b.t. het thema naaien Tabel naaivoeten en toepassing, model London 7 Voor bepaalde steken en als creatieve variatie wordt het gebruik van de tweelingnaald aanbevolen. Ritsvoet voor blinde rits *...
Belangrijke informatie m.b.t. het thema naaien Tabel naaivoeten en toepassing, model London 8 Voor bepaalde steken en als creatieve variatie wordt het gebruik van de tweelingnaald aanbevolen.
Uitleg over het beeldscherm & de handleiding Informatie op het LED-display Display-aanzicht in de standaardmodus, model London 8 1. Automatisch afhechten 2. Achteruitnaaien 3. Steekcategorie 4. Steeknummer 5. Steeklengte (mm) 6. Steekbreedte (mm) 7. Naaldstop onder 8. Autom. stop bij motiefeinde 7 8 9 9.
Pagina 27
Uitleg over het beeldscherm & de handleiding Display-aanzicht in de geheugenmodus, model London 8 1. Steeknummer 2. Geheugenmodus actief 3. Steeklengte (mm) 4. Steekbreedte (mm) 5. Weergave geheugenplaats 6. Geheugenplaats 7. Geheugen-invoegfunctie 8. Geheugen wissen/Alles wissen...
Pagina 28
Uitleg over het beeldscherm & de handleiding 2 3 4 Display-aanzicht in de standaardmodus, model London 7 Naaldstop onder Achteruitnaaien 3. Autom. stop bij motiefeinde Naaimachine loopt 5. Naaldstop onder Steeknummer Automatisch afhechten Steeklengtemodus Steeklengte (mm) Steekbreedtemodus Steekbreedte (mm) 10 11 Attentie: - Druk op de overeenkomstige toets om de steeklengte en...
Uitleg over het beeldscherm & de handleiding Functietoetsen Start-/stoptoets Voor het starten van de naaimachine wordt op de start/stop-toets gedrukt. Druk nogmaals op de toets om de naaimachine te stoppen. De naaimachine naait aan het begin langzaam. Met behulp van de start/stop-toets kan de naaimachine zonder pedaal worden bediend.
Pagina 30
Uitleg over het beeldscherm & de handleiding Naald boven/onder Als op deze toets wordt gedrukt, naait de naald een halve steek. Afhankelijk daarvan, waar de naald op dat moment staat, stopt deze op het hoogste of laagste punt. Gelijktijdig wordt zo ook de naaldstand, nadat met naaien wordt gestopt, vastgelegd (boven of onder).
London 8 Geheugenmodus : Programmeer een opeenvolging van steken en naai. Als " " zichtbaar is = geheugenmodus is geactiveerd. (Meer informatie over de geheugenmodus op blz. 65). Standaardmodus - model London 8 Standaarddisplay Geheugenmodus (na het inschakelen) Zie blz. 65...
Pagina 32
Uitleg over het beeldscherm & de handleiding Steekkeuze 1. Druk één keer op de toets voor de steekcategorie. 2. Kies de gewenste steek met behulp van de draaiknop. 3. Druk op de bevestigings-/weergavetoets om op te slaan. Attentie Andere instellingen, zoals bijvoorbeeld steeklengte en breedte, kunnen voor of na het opslaan van de steek worden gewijzigd door op de overeenkomstige toetsen te drukken.
Steekoverzicht Schrifttekens (alfabet) en cijfers - model London 8 Informatie: - In de standaardmodus worden alle schrifttekens max. 7 mm hoog genaaid. Als verschillende schrifttekens worden gebruikt, moeten deze op één lijn worden gericht. - Als een rij letters in het geheugen wordt opgeslagen, worden de hoofdletters in een gereduceerde hoogte van 5.5 mm genaaid.
Basistechnieken naaien Basiskennis Achteruittoets Voor het afhechten bij naadbegin en einde. Druk op de achteruittoets en naai 4-5 steken. Als de toets weer wordt losgelaten, naait de naaimachine weer vooruit. Vrije arm De vrije arm is handig bij het naaien van gesloten delen, zoals broekspijpen en mouwen.
Pagina 37
Basistechnieken naaien Hoeken naaien 1. Stop bij het bereiken van de hoek. 2. Zet de naald met de hand (handwiel) of door een druk op de naaldstoptoets omlaag. 3. Zet de naaivoet omhoog. 4. Draai de stof, gebruik de naald als draaipunt. 5.
Basistechnieken naaien Rechte steek en naaldstand Naaldstand veranderen Deze instellingen gelden alleen voor de steken 01-03 en 24. De voorgeprogrammeerde instelling is "3,5", middelste stand. Druk op de steekbreedtetoets om naar de steekbreedtemodus te wisselen. Als de draaiknop tegen de wijzers van de klok in wordt gedraaid, verschuift de naaldstand naar links.
Basistechnieken naaien Stretchsteken Voor rekbare en duurzame naden, die met de stof meerekken zonder dat het garen breekt. Ideaal voor elastische en gebreide stoffen. Ook geschikt voor duurzame naden op stevige stoffen, zoals bijv. denim. Deze steken kunnen ook heel goed als decoratieve randafwerking worden gebruikt.
Basistechnieken naaien Overlocksteken Gebruik van de overlockvoet 3.5~7.0 2.0~3.0 Bevestig de overlockvoet (E). Laat de rand van de stof tijdens het naaien langs de rand van de naaivoet lopen. Informatie: Gebruik de overlockvoet alleen voor de steken 06, 08, 12 en 21 en stel de steekbreedte niet smaller dan "3.5"...
Basistechnieken naaien Blindzoom 2.5~4.0 1.0~2.0 07: Blindzoom en lingeriesteek op stevige stoffen. 16: Blindzoom op rekbare stoffen. 16mm Informatie: Blindzomen naaien vereist enige oefening. Maak altijd eerst een proeflapje. Vouw de stof zoals afgebeeld, zodat de achterkant van de stof boven ligt. Werk de rand eerst met een overlocksteek af.
Basistechnieken naaien Knoop aanzetten 2.5~4.5 Bevestig de knoop-aanzetvoet. Zet de transporteurknop op " ". Leg de stof onder de naaivoet. Leg de knoop op de gewenste plaats en zet de naaivoet omlaag. 2.5~4.5 Kies de zigzagsteek. Stel de steekbreedte op "2.5-4.5" in, overeenkomstig de afstand tussen de beide gaatjes in de knoop.
Basistechnieken naaien Knoopsgat naaien 10: Voor lichte tot middelzware stoffen 52: Voor horizontale knoopsgaten in blouses 2.5~7.0 0.3~1.0 en hemden van lichte tot middelzware stof 53: Voor lichte tot middelzware stoffen 54: Voor horizontale knoopsgaten in blouses en hemden van lichte tot middelzware stof 3.0~7.0 0.3~1.0 55: Voor horizontale knoopsgaten op dikke...
Pagina 44
Basistechnieken naaien Leg de stof zodanig onder de naaivoet, middenmarkering op de naaivoet met de aangegeven knoopsgatlijn overeenkomt. Zet de hendel van de naaivoet omlaag. Houd het bovendraadeinde losjes vast en begin met naaien. Informatie: Geleid de stof losjes met beide handen. Voordat de naaimachine stopt, worden automatisch na beëindiging van het knoopsgat enkele afhechtsteken genaaid.
Pagina 45
Basistechnieken naaien Zet de naaivoet omhoog en snijd de draad af. Om nogmaals over hetzelfde knoopsgat te naaien, moet de naaivoet worden omhooggezet (staat weer in de oorspronkelijke stand). na beëindiging van het knoopsgat de knoopsgathendel omhoog tot hij vastzit. Snij het knoopsgat tussen de kordons open, zonder hierbij de steken door te snijden.
Basistechnieken naaien Rimpelen * De rimpelvoet is een speciaal accessoire en afzonderlijk tegen meerprijs verkrijgbaar. De rimpelvoet is niet inbegrepen in de standaarduitrusting van de naaimachine. Rimpelen Bevestig de rimpelvoet en stel de draadspanning op 2 in. Leg de stof die moet worden gerimpeld onder de naaivoet.
Basistechnieken naaien Smocken Stel de steeklengte op 4.0 mm in en verminder de draadspanning. Naai met de universele naaivoet rechte lijnen met een tussenruimte van 1 cm over het complete gedeelte waar u het smockwerk wilt hebben. Knoop de draden aan één kant vast. Trek aan de onderdraad en verdeel de plooitjes gelijkmatig.
Basistechnieken naaien Stoppen, borduren en monogrammen: uit de vrije hand * Deze s topvoet is een speciaal accessoire en afzonderlijk tegen meerprijs verkrijgbaar. Model London 7 3.5~5.0 Zet de transporteur op " " , om deze omlaag te zetten. Verwijder de naaivoethouder en bevestig de stopvoet.
Pagina 61
Basistechnieken naaien Borduren uit de vrije hand Kies de zigzagsteek en stel de steekbreedte naar wens in. Naai langs de contouren van het motief door het borduurraam overeenkomstig te bewegen. Werk met regelmatige snelheid. Vul de motiefvlakken van buiten naar binnen. Naai de steken dicht naast elkaar.
Basistechnieken naaien Boventransportvoet * De boventransportvoet is een speciaal accessoire en afzonderlijk tegen meerprijs verkrijgbaar. Deze is niet inbegrepen in de standaarduitrusting van de naaimachine. Probeer altijd eerst zonder boventransportvoet te naaien. Gebruik deze alleen indien dit absoluut noodzakelijk is. Met de gebruikelijke naaivoeten kan de stof gemakkelijker worden geleid en heeft u een beter overzicht over het naaiwerk.
Speciale functies Spiegelbeeld, model London 8 Informatie: Alle steken die gespiegeld kunnen worden, worden links weergegeven. Steek kiezen. Druk voor het openen van het functieprogramma op de functietoets. Informatie: Eerst knipperen beide symbolen (spiegelbeeld en tweelingnaald) even snel. Scrol met de steekkeuzeknop naar de spiegelbeeld-functie.
Speciale functies Naaien met tweelingnaald, model London 8 Informatie: Tweelingnaalden zijn afzonderlijk verkrijgbaar. 2.0~5.0 Deze zijn niet inbegrepen in de standaarduitrusting van de naaimachine. Zet de tweelingnaald in. Informatie: Bij het gebruik van tweelingnaalden moet altijd de universele naaivoet worden gebruikt, ongeacht welke naaitechniek u gebruikt.
Pagina 65
Speciale functies Scrol met de steekkeuzeknop naar de tweelingnaald-functie. Informatie: Eerst knipperen beide symbolen (spiegelbeeld en tweelingnaald) even snel. Als u met scrollen begint, knippert alleen de gekozen functie. Druk op de bevestigings-/weergavetoets om naar de tweelingnaald-functie te wisselen en deze functie op te slaan.
Speciale functies Geheugen, model London 8 Met de geheugenfunctie kunnen verschillende steken tot een randmotief worden samengevoegd en worden opgeslagen. Opgeslagen steekcombinaties kunnen steeds weer worden opgeroepen en blijven in het geheugen opgeslagen, ook als de naaimachine wordt uitgeschakeld. Informatie: - Het geheugen beschikt over 30 geheugenplaatsen.
Pagina 67
Speciale functies Overzicht geheugenmodus Invoeren Geheugenmodus Invoeren Een combinatie van Naar geheugenmodus Naar standaardmodus & steekmotieven invoeren Controleren/Bewerken opgeslagen omschakelen steekmotieven naaien omschakelen Zie blz. 67. Zie blz. 69. Zie blz. 70. Overzicht geheugenmodus Controleren/Bewerken Geheugenmodus Controleren/Bewerken Opgeslagen steken Bewerkingsfunctie Naar standaardmodus &...
Pagina 68
Speciale functies Een steekcombinatie in de geheugenmodus Invoeren programmeren Voorwaarde: leeg geheugen (zie blz. 77) of geheugen wissen. Druk op de geheugenmodus-invoertoets om de geheugenfunctie te openen. 1e geheugenplaats Het steeknummer knippert. De geactiveerde geheugenmodus wordt door " " onder het steeknummer weergegeven.
Pagina 69
Speciale functies 1e geheugenplaats Nadat op de toets werd gedrukt, verschijnt gedurende 2 sec. de geheugenplaats op het display (01 = eerste geheugenplaats). 2e geheugenplaats Het steeknummer knippert na de steek die het laatst werd geprogrammeerd verder en het geheugen is gereed voor de tweede steek.
Pagina 70
Speciale functies Omschakelen van de geheugenmodus Invoeren naar de geheugenmodus Controleren/Bewerken geheugenmodus Invoeren Als bij geactiveerde geheugenmodus Invoeren een steek wordt opgeslagen, kan door twee keer op de bevestigings- /weergavetoets te drukken naar de geheugenmodus Controleren/Bewerken worden omgeschakeld. geheugenmodus Bij geactiveerde geheugenmodus Controleren/Bewerken Controleren/Bewerken kan door twee keer op de bevestigings-/weergavetoets te...
Pagina 71
Speciale functies Van de geheugenmodus naar de standaardmodus wisselen Druk op de geheugentoets om de geactiveerde geheugenmodus te verlaten en naar de standaardmodus terug te keren. Opgeslagen steekmotief naaien Open de geheugenmodus door een druk op de geheugentoets. Het steekmotief op de eerste geheugenplaats verschijnt op het beeldscherm.
Pagina 72
Speciale functies Opgeslagen steken controleren Voorwaarde: bestaand steekmotief in het geheugen Open de geheugenmodus Controleren/Bewerken door een druk op de geheugentoets. Het steekmotief op de 1e geheugenplaats eerste geheugenplaats verschijnt op het beeldscherm. 2e geheugenplaats Per steek Door aan de draaiknop te draaien, kunnen de steekmotieven en de instellingen hiervan worden bekeken.
Pagina 73
Speciale functies Geheugenbewerkingsfunctie - een steek of de instellingen hiervan veranderen Voorwaarde: bestaand steekmotief in het geheugen. Open de geheugenmodus 1e geheugenplaats Controleren/Bewerken door een druk op de geheugentoets. Het steekmotief op de eerste geheugenplaats verschijnt op het beeldscherm. 2e geheugenplaats Kies met de steekkeuzeknop het steekmotief dat vervangen of bewerkt moet worden.
Pagina 74
Speciale functies Geheugenbewerkingsprogramma - Toevoegen van een extra steekmotief Voorwaarde: bestaand steekmotief in het geheugen. Open de geheugenmodus 1e geheugenplaats Controleren/Bewerken door een druk op de geheugentoets. Het steekmotief op de eerste geheugenplaats verschijnt op het beeldscherm. Kies m.b.v. de draaiknop de steek waar een 3e geheugenplaats nieuwe steek vooraf moet worden ingevoegd.
Pagina 75
Speciale functies 3e geheugenplaats Druk op de bevestigings-/weergavetoets om een lege geheugenplaats in te voegen. 3e geheugenplaats Kies m.b.v. de draaiknop de gewenste steek (bijv. steek 35). 3e geheugenplaats Druk op de bevestigings-/weergavetoets om op te slaan en naar de geheugenmodus Controleren/Bewerken terug te schakelen.
Pagina 76
Speciale functies Geheugenbewerkingsprogramma - Opgeslagen steekmotief wissen Open de geheugenmodus Controleren/Bewerken door middel van een druk op de geheugentoets. 1e geheugenplaats Het steekmotief op de eerste geheugenplaats verschijnt op het beeldscherm. 2e geheugenplaats Kies de steek die gewist moet worden m.b.v. de draaiknop.
Pagina 77
Speciale functies 2e geheugenplaats Druk op de bevestigings-/weergavetoets om het steekmotief te wissen en naar de modus Controleren/Bewerken terug te schakelen. Voorbeeld: Bestaande steken in het geheugen, voordat een steek werd gewist: Steeknummer 25 26 35 27 01 30 48 Geheugenplaats 01 02 03 04 05 06 07 Gekozen steek nr.
Pagina 78
Speciale functies Geheugenbewerkingsprogramma - ALLES wissen Open de geheugenmodus Controleren/Bewerken door een druk op de geheugentoets. Het steekmotief op de 1e geheugenplaats eerste geheugenplaats verschijnt op het beeldscherm. 2e geheugenplaats Druk op de functietoets om het functieprogramma te openen. 2e geheugenplaats Scrol met de draaiknop naar de functie mem Alles wissen en druk op de bevestigings- /weergavetoets.
Speciale functies Waarschuwingsmeldingen Waarschuwingsmelding De naaimachine is geblokkeerd Het uitroepteken betekent, dat de draad verdraaid is of klem zit en het handwiel niet kan worden bewogen of de stof te dik is. Het motorstuursysteem onderbreekt de stroomtoevoer naar de motor en alle LED- lampjes in het overeenkomstige gedeelte van de naaimachine (rechterkant) worden uitgeschakeld, met uitzondering van de 5...
Onderhoud Reinigen Informatie: Zet voor het bevestigen en verwijderen van onderdelen en voor het reinigen de naaimachine uit ("O") en trek de stekker uit het stopcontact van het stroomnet. Verwijder de steekplaat. Zet de naald in de hoogste stand. Verwijder de naaivoet. Open het grijperdeksel, verwijder beide schroeven en neem de steekplaat weg.
Storingen opheffen Beschrijving over het opheffen van storingen Controleer a.u.b. eerst de onderstaande punten, voordat de naaimachine vanwege storingen voor reparatie naar de BERNINA dealer wordt gebracht. Als het probleem niet kan worden opgelost, neem dan contact op met uw BERNINA dealer. Storing Oorzaak Oplossing...
Pagina 82
Storingen opheffen Storing Oorzaak Oplossing Blz. 1. Te dikke naald voor de stof. 1. Kies een dunnere naald. 2. Verkeerde steeklengte. 2. Steeklengte aanpassen. 3. Bovendraadspanning te hoog. 3. Draadspanning verminderen. 1. Draadspanning te hoog. 1. Draadspanning verminderen. 2. Bovendraad niet correct ingeregen. 2.