7.
Het dagelijks werken met het apparaat
7.1
Opvriezen van monsters
7.1.1 Snelvriesstrip
1
4
7.1.2 Stationair warmteafvoerblok
26
• Stel de coupetemperatuur (kamertemperatuur) volgens het te snijden
monstermateriaal in (zie '7.4 Temperatuurtabel').
De cryokamer is uitgerust met een snelvriesstrip (5, afb. 17), waarop max.
10 objecttafels met monsters kunnen worden geplaatst.
De temperatuur ervan ligt altijd lager dan de telkens ingestelde kamertem-
peratuur.
2
5
Afb. 17
3
• Bevestig de houder (1) van de warmteafvoerblok (2) met twee schroe-
ven aan de gewenste openingen aan de linker zijwand van de koelkamer
en plaats het warmteafvoerblok erin.
• Plaats het warmteafvoerblok direct op het oppervlak van het monster.
Na minimaal 30 seconden is het monster volledig bevroren.
• Nadat het monster opgevroren is, zet u het warmteafvoerblok op het
parkeerstation (3) in rustpositie.
• Snij het monster grof op maat.
• Activeer eventueel het Peltier-element (4)
– het duurt ca. 40 seconden tot het maximale
koelvermogen ter beschikking staat.
• Breng voldoende vriesinbedmiddel aan op een
objectplaatje dat op kamertemperatuur is.
• Plaats het monster op het objectplaatje en
richt dit uit.
• Plaats het objectplaatje in een van de openin-
gen op de snelvriesstrip en bevries het
monster bij lage temperatuur.
• Plaats vervolgens het objectplaatje met
monster in de objectkop (afb. 18) en snijd het
monster.
Handleiding V 1.5 – 10/2012