Verzorging van uw magnetronoven
1.
Zet de oven uit alvorens hem te reinigen.
2.
Houd de deurafdichtingen en de plaatsen
hieromheen schoon. Als er spatten en
gemorste vloeistoffen vast zijn gaan zitten op
de ovenwanden, deurafdichtingen en de
plaatsen hieromheen, moeten deze worden
schoongemaakt met een vochtige doek. Als
zij zeer vuil zijn geworden mag gebruik
gemaakt worden van een mild reinigingsmid-
del. Het gebruik van agressieve reinig-
ingsmiddelen of schuursponsjes wordt niet
aanbevolen.
GEBRUIK GEEN COMMERCIËLE
OVENREINIGERS. Gebruik geen ruwe,
schurende reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de ruit van de oven-
deur te reinigen, aangezien deze het opper-
vlak kunnen krassen en het glas kunnen
doen barsten.
3.
De buitenzijde van de oven moet worden
schoongemaakt met een vochtige doek. Ter
voorkoming van schade aan de onderdelen
binnen in de oven, mag er geen water via de
ventilatie-openingen naar binnen sijpelen.
4.
Indien het bedieningspaneel vuil wordt, moet
dit met een zachte, droge doek
gereinigd worden. Gebruik geen agressieve
reinigingsmiddelen of schuursponsjes op het
bedieningspaneel. Bij het reinigen van het
bedieningspaneel moet de ovendeur open
blijven om ongewenste geluiden te
voorkomen dat de oven per ongeluk wordt
ingeschakeld. Na het schoonmaken moet de
STOP/WIS-toets worden ingedrukt om het
uitleesvenster weer op de kloktijd te stellen.
5.
Indien er aan de binnenkant van de
ovendeur of rondom de buitenkant hiervan
stoomvorming plaatsvindt, veeg deze dan
weg met een zachte doek. Dit kan het geval
zijn, wanneer de magnetronoven wordt
gebruikt in een ruimte met een hoge
vochtigheidsgraad; dit duidt niet op foutief
functioneren van het apparaat.
6.
Van tijd tot tijd moet het glazen draaiplateau
verwijderd worden om het schoon te maken.
Reinig het plateau in warm water met een
afwasmiddel of in een vaatwasmachine.
7.
De draairing en de ovenbodem moeten regel-
matig worden gereinigd om ongewenste gelu-
iden te voorkomen. Verwijder het vuil op de
bodem van de magnetronoven met een mild
schoonmaakmiddel en heet water, en maak
hem daarna droog met een schone doek. De
draairing moet worden afgewassen in een
mild sopje. Bij een regelmatig gebruik, zetten
zich kookdampen vast op de bodem en/of de
wielen van de draairing, maar tasten deze op
geen enkele wijze aan. Wanneer u de draair-
ing uit de uitsparing in de grondplaat haalt
om hem schoon te maken, let er dan goed op
dat de draairing weer in de juiste positie terug
geplaatst wordt.
8.
Bij het GRILLEN of COMBINATIE koken
zullen sommige voedselsoorten
vetspatten op de ovenwanden veroorzaken.
Indien de oven niet van tijd tot tijd gereinigd
wordt, kan hij tijdens het gebruik gaan
"roken".
9.
Gebruik geen stoomreiniger voor het
reinigen.
10. De magnetronoven mag uitsluitend door ge-
kwalificeerd servicepersoneel worden gerepa-
reerd. Neem voor onderhoud en reparaties
van de oven contact op met de dichtstbij-
zijnde erkende dealer.
11. Houd ventilatieopeningen altijd vrij.
Controleer dat stof of andere materialen de
ventilatieopeningen boven-, onder of
achterop de oven niet blokkeren. Een
blokkering van de ventilatieopeningen kan lei-
den tot oververhitting en de werking van de
oven hinderen.
12. Als u de oven niet schoon houdt, is het
mogelijk dat de kwaliteit van de oppervlakken
vermindert waardoor de levensduur van het
toestel verkort en er mogelijk gevaarlijke si-
tuaties ontstaan.
NI-19