Als het starten problemen oplevert,
blijf dan niet proberen. Vermijd
aanduwen, aanslepen of rollend
starten: al deze handelingen kunnen
de katalysator beschadigen. Maak
bij een noodstart uitsluitend gebruik
van een hulpaccu.
Als de motor tijdens het rijden
"slecht loopt", rijd dan zeer rustig
zodat de motor zo min mogelijk
wordt belast en wendt u zo snel
mogelijk tot een Lancia-dealer.
Als het waarschuwingslampje van
de brandstofreserve brandt, tank
dan zo snel mogelijk. Een laag
brandstofniveau kan een onregelma-
tige brandstoftoevoer veroorzaken,
waardoor de temperatuur van de
uitlaatgassen stijgt; hierdoor kan de
katalysator ernstig beschadigen.
Laat de motor nooit, ook niet tij-
dens testwerkzaamheden, met losge-
nomen bougiekabels draaien. Laat
de motor voor vertrek niet warm-
draaien met stationair toerental,
behalve als de buitentemperaturen
zeer laag zijn. Maar ook in dit laat-
ste geval moet u de motor niet langer
dan 30 seconden laten warmdraai-
en.
Monteer geen andere
hitteschilden en verwij-
der de op de katalysator
en uitlaat gemonteerde schilden
niet.
Spuit geen reinigings- of
beschermingsmiddelen
op de katalysator, de
lambdasondes en het uitlaatsys-
teem.
Onder normale bedrijfs -
omstandigheden bereikt
de katalysator hoge tem-
peraturen. Parkeer daarom niet
boven
brandbare
materialen
(gras, droge bladeren, dennen-
naalden, enz.): brandgevaar.
Het negeren van deze
aanwijzingen kan brand-
gevaar opleveren.
259