In geval van nood kan het tank-
klepje worden ontgrendeld door aan
het lusje B (fig. 201) in het service-
vak rechts in de bagageruimte te
trekken.
Draai om het deksel van het servi-
cevak te openen, met de contactsleu-
tel de sluiting C (fig. 202) in stand 1
en verwijder het deksel.
fig. 201
BELANGRIJK Door de hermeti-
sche afsluiting kan de druk in de
tank iets oplopen; daarom is het nor-
maal als u tijdens het losdraaien van
de tankdop een gesis hoort.
De tankdop zit via een koordje
(fig. 203) aan het tankklepje vastzit,
zodat u de dop niet kunt verliezen.
Haak tijdens het tanken de dop
vast, zoals is afgebeeld.
fig. 202
Kom niet dicht bij de
vulopening met open vuur
of een brandende sigaret:
brandgevaar. Houd uw hoofd ook
niet dichtbij de vulopening om te
voorkomen dat u schadelijke
dampen inademt.
D
BELANGRIJK Tank uitsluitend
brandstof als de motor is uitgezet en
de contactsleutel in stand
staat. Als getankt wordt bij uitgezet-
te motor maar met de contactsleutel
in stand MAR, kan het brandstofni-
veau tijdelijk verkeerd worden weer-
gegeven. Dit wordt veroorzaakt door
de werking van het controlesysteem
en niet door een storing in het sys-
teem.
fig. 203
STOP
235