De maximale vertraging
wordt automatisch door
het systeem uitgevoerd en
is beperkt ten opzichte van de
werkelijke capaciteit van het
remsysteem van de auto. Een
eventuele noodstop kan dus uit-
sluitend door de bestuurder wor-
den uitgevoerd. De bestuurder
wordt door een geluidssignaal
gewaarschuwd als zich situaties
voordoen, waarbij de bestuurder
uit veiligheidsoverwegingen op
het rempedaal moet trappen.
Als het rempedaal wordt ingetrapt,
schakelt het systeem uit, terwijl het
gaspedaal altijd ingetrapt kan wor-
den (bijvoorbeeld bij inhalen) zon-
der dat het systeem uitschakelt. Als
u daarna het gaspedaal loslaat,
wordt de opgeslagen snelheid weer
aangehouden.
Op het multifunctionele display
wordt kort informatie gegeven over
de opgeslagen snelheid, de af- of
aanwezigheid van een rijdende auto
en de ingestelde gevoeligheid.
Signalering van een auto met
geactiveerd maar niet ingescha-
keld systeem
Als het systeem is geactiveerd
(draaiknop A in een andere stand
dan OFF) begint het systeem pas
met het signaleren van een rijdende
auto nadat ten minste één keer het
systeem is ingeschakeld (draaiknop
B in stand (+) zetten).
Hierna wordt de aanwezigheid van
een rijdende auto altijd gesignaleerd,
ook bij uitgeschakeld systeem, totdat
het systeem buiten werking wordt
gesteld (draaiknop A in stand OFF).
Signaleren van een auto bij inge-
schakeld systeem
Als het systeem wordt ingeschakeld
door draaiknop B in stand (+) te zet-
ten, wordt de aanwezigheid van een
rijdende auto voor u (binnen 150
meter) aan u bekend gemaakt via
het display op het instrumentenpa-
neel door middel van het volgende
icoontje:
Het icoontje geeft aan dat de cruise-
control en de afstandsmeting met sig-
nalering van de aanwezigheid van een
auto die voor u rijdt, zijn ingeschakeld.
Deze zijn echter nog niet "gekoppeld"
als de afstand groter is dan de ingestel-
de afstand of als de snelheid hoger is
dan de ingestelde snelheid.
Als de auto zich daarentegen op
een afstand bevindt die gelijk is aan
of korter is dan de ingestelde afstand
en het systeem nog in de "koppe-
lings"-fase is, dan verschijnt op het
display één van de icoontjes (afhan-
kelijk van het ingestelde afstandsni-
veau) die aangeeft dat de afstands-
meting is ingeschakeld:
ingestelde afstandsniveau
ingestelde afstandsniveau x
x
201