– draai de sleutel weer in stand
MAR, trap het rempedaal in en houd
gelijktijdig knop
A ten minste 2
seconden ingedrukt. Het lampje x
knippert 3 keer om aan te geven dat
de automatische werking is uitge-
schakeld.
Als vervolgens de contactsleutel
weer in stand STOP wordt gedraaid,
is de handrem niet ingeschakeld. De
automatische werking van de hand-
rem wordt automatisch weer her-
steld als de contactsleutel weer in
stand MAR wordt gedraaid.
BELANGRIJK Als na de uitscha-
keling van de handrem, de auto
begint te bewegen met een hogere
snelheid dan bij een normale hand-
matige verplaatsing, wordt de uit-
schakeling van het automatische
werking direct geannuleerd en de
handrem ingeschakeld.
Voordat u de auto in een
wastunnel laat, moet de
automatische
handrem
worden uitgeschakeld volgens de
hiervoor beschreven aanwijzin-
gen.
Gebruik in noodgevallen
In uitzonderlijke omstandigheden
(bijv. hydraulisch remsysteem volle-
dig defect) kan de automatische
handrem gebruikt worden om de
bewegende auto stil te zetten
("dynamische werking").
Hiervoor moet het gaspedaal wor-
den losgelaten en knop A (fig. 126)
worden ingedrukt en gedurende de
gehele handeling ingedrukt worden
gehouden: de elektronische regel-
eenheid van het systeem herkent de
noodsituatie en grijpt onmiddellijk
in met een reeks cycli waarbij de
remkracht op de achterwielen wordt
overgebracht en wordt losgelaten als
ze dreigen te blokkeren. Deze cycli
worden afwisselend op het rechter
en linker achterwiel uitgevoerd om
niet alleen de stabiliteit van de auto
te garanderen maar ook voor meer
continuïteit in de vertraging en dus
een kortere remweg.
De achterwielen kunnen blokkeren
als de snelheid van de auto onder de
veiligheidslimiet komt (lager dan
ongeveer 10 km/h).
Om de gebruiker er aan te herinne-
ren dat de dynamische werking
alleen in noodgevallen gebruikt
moet worden en wordt afgeraden tij-
dens de normale werking, wordt niet
alleen het eventuele oneigenlijke
gebruik van de handrem door ande-
re inzittenden in de auto aangegeven
maar klinkt tijdens de gehele hande-
ling ook een geluidssignaal.
Storingsmeldingen
Het systeem wordt gecontroleerd
door een elektronische regeleenheid
die eventuele storingen aangeeft door
een brandend waarschuwingslampje
s! op het multifunctionele display
met daarbij het opschrift "DEFECT
IN EPB - BEZOEK EEN WERK-
PLAATS".
Voor nog meer veiligheid wordt, als
bij een storing op de knop voor de
automatische handrem wordt
gedrukt, de bestuurder hierop geat-
tendeerd door een geluidssignaal en
het brandende lampje x.
Als de handrem niet de benodigde
remkracht bereikt (bijv. onvoldoen-
de acculading), knippert het lampje
x op het instrumentenpaneel.
177