Inhoudsopgave
Advertenties
Voorbereiding van de recorder
Verwijder de laatste gegevens die in de recorder zijn opgeslagen
voordat deze door de volgende patiënt wordt gebruikt.
Vervang zo nodig de batterijen voordat de recorder door de volgende
patiënt wordt gebruikt.
Apparaat
Gebruik de recorder alleen voor diagnoses en tegenmaatregelen.
Controleer of de luchtslang en manchet correct zijn bevestigd.
(Bijvoorbeeld: knikken of spanning in de luchtslang, de positie en
richting van de manchet)
Instructies voor de patiënt die het apparaat draagt
Geef de patiënt instructies over het onderbreken van de automatische
bloeddrukmeting om de recorder te stoppen indien de patiënt alleen is
en zich problemen voordoen.
Vertel de patiënt dat hij of zij de recorder snel moet verwijderen als het
pijn doet of als er problemen optreden.
Wees voorzichtig als u de recorder bij baby's en kleine kinderen
gebruikt. De luchtslang kan een Gevaar voor verstikking opleveren.
3. Voorzorgsmaatregelen voor batterijen die worden gebruikt bij een
bloeddrukmeting.
Plaats de batterijen zoals aangegeven door de
polariteitsmarkeringen "+" en "-" die aan de binnenkant van
de batterijklep te zien zijn. (Houd de polariteit in de gaten)
Vervang alle lege batterijen tegelijkertijd door nieuwe.
Verwijder de batterijen als u de recorder langere tijd niet gebruikt.
De batterij kan lekken en een defect veroorzaken.
Gebruik twee alkalinebatterijen (maat AA) of gespecificeerde
oplaadbare batterijen (maat AA, Ni-MH).
Houd de veeraansluiting "-" ingedrukt met de batterij.
Schuif en plaats de "+"-pool van de batterij in de "+"-aansluiting
in het batterijvak. Als de batterij wordt geïnstalleerd vanaf de "+"-
aansluiting, kan de batterijklep beschadigd raken.
Opmerking
Let op
v
Advertenties
Inhoudsopgave
