7.3.2. Checklists na de plaatsing van de batterij
Nr.
Gedeelte
1
Batterij
2
Display
3
Werking
4
Meting
8. Bediening
8.1. Stroomschema bedieningsfuncties
De oorspronkelijke instellingen (van de ingebouwde klok,
bewakingsfunctie en beginwaarde voor drukregeling) en het
vooringestelde programma voor A-BPM hoeven niet elke keer
te worden ingesteld. Voer de instellingen uit wanneer de
recorder voor het eerst wordt gebruikt, wanneer de instellingen
verloren zijn gegaan of wanneer de instellingen moeten worden
gewijzigd.
Deze instellingen kunnen ook worden uitgevoerd via een
gespecialiseerd randapparaat. Zie de handleiding van ABPM
Data Manager voor meer informatie.
Controleer of er geen brand, rook of sterke
geuren zijn.
Controleer of u geen vreemd geluid hoort.
Controleer of het scherm alles correct
weergeeft.
Controleer of de recorder correct werkt.
Controleer of de meting juist kan worden
uitgevoerd en dat de plaatsing van de manchet,
de meting, de display en de resultaten juist zijn.
Opmerking
29
Beschrijving