5.3. Belangrijkste bedieningsfuncties schakelaars en knoppen
5.3.1. Bedieningsfuncties A-BPM
A-BPM starten of uitstellen.
Stap 1. Sla het vooringestelde programma (met starttijden en
intervallen) op voor A-BPM.
Stap 2. Houd de EVENT -knop ingedrukt om tussen de volgende
statussen over te schakelen.
"ON" ...... A-BPM wordt gestart en het symbool
"OFF" .... A-BPM wordt uitgesteld en het
De intervaltijd van A-BPM verlengen.
Stap 1. Stel de slaapmodus in op "ON" vóór de meting.
Stap 2. Start A-BPM door de EVENT -knop ingedrukt te houden.
Het symbool
Stap 3. Wanneer de EVENT -knop wordt ingedrukt tijdens A-BPM,
wordt de intervaltijd verdubbeld.
Wanneer de EVENT -knop opnieuw wordt ingedrukt, wordt
de intervaltijd weer ingesteld op de basiswaarde.
weergegeven.
Bloeddrukmetingen worden uitgevoerd volgens het
vooringestelde A-BPM-programma.
uitgezet.
Handmatige bloeddrukmeting kan worden
uitgevoerd door op de knop START te drukken.
wordt weergegeven.
16
wordt
-symbool wordt