Voorzorgsmaatregelen voor veiligheid
In deze paragraaf worden voorzorgsmaatregelen beschreven voor de
meting en de sensor. Stel de patiënt op de hoogte van de volgende
informatie en leg deze zo nodig uit. Instrueer de patiënt in het juiste
gebruik van het apparaat.
Bloeddrukmeting
Zorg ervoor dat de slang niet teveel wordt gebogen en dat er
een goede luchtdoorstroom is. Als een geknikte luchtslang wordt
gebruikt, kan er luchtdruk in de manchet blijven, wat de
bloedcirculatie in de arm kan stoppen.
Voer geen bloeddrukmeting uit op een arm indien de patiënt een
van de volgende condities heeft. Dit kan een ongeval of
verergering van het letsel veroorzaken.
1)
Er is sprake van armletsel of ziekte op een arm.
2)
De arm wordt gebruikt voor een infuus of bloedtransfusie.
3)
Er is een shunt in de arm aangebracht voor kunstmatige dialyse.
4)
De patiënt is al gedurende lange tijd bedlegerig
(Waarbij een mogelijkheid van trombus aanwezig is).
Bevestig de conditie van de patiënt als er meetproblemen zijn.
De toestand van de patiënt kan dusdanig verergeren dat meting
onmogelijk wordt; een andere mogelijkheid is dat de luchtslang
geknikt is, waardoor de luchtdoorstroom stopt.
Het te vaak meten van de bloeddruk kan lichamelijk letsel
veroorzaken doordat de bloedcirculatie wordt verstoord.
Controleer dat de werking van het apparaat niet resulteert in
langdurige verstoring van de bloedcirculatie wanneer u het
apparaat herhaaldelijk gebruikt.
Bloeddrukmeting is mogelijk niet accuraat indien de patiënt
voortdurend last heeft van hartritmestoornis of te veel beweegt.
Waarschuwing
Let op
xi