1 - ONDERHOUD EN FUNCTIONELE CONTROLES
1.1 -
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
GEVAAR!
•
De onderhoudswerkzaamheden moeten uitgevoerd worden door personeel dat opgeleid is op het
gebied van de veiligheid op de werkplek, en gekwalificeerd en geautoriseerd is voor de activiteiten die
verband houden met de apparatuur.
•
Iedere onderhoudsingreep vereist grondige en specialistische kennis van de apparatuur, van de be-
nodigde handelingen, van de ermee verband houdende risico's en van de correcte procedures om in
veiligheid te werken
•
De reparatie- of onderhoudsingrepen die niet in deze handleiding beoogd worden, mogen alleen uitge-
voerd worden na autorisatie van PIETRO FIORENTINI S.p.A.. Aan PIETRO FIORENTINI S.p.A. kan geen
enkele verantwoordelijkheid toegekend worden voor persoonlijk letsel of materiële schade als gevolg
van andere dan de beschreven ingrepen of ingrepen die uitgevoerd zijn op andere dan de aangeduide
wijzen.
WAARSCHUWING!
Alvorens ongeacht welke ingreep uit te voeren, is het belangrijk vast te stellen dat de lijn waarop de appa-
ratuur geïnstalleerd is:
•
stroomopwaarts en stroomafwaarts afgesloten is;
•
ontladen is.
WAARSCHUWING!
Bij twijfel is het verboden te werken. Neem contact op met PIETRO FIORENTINI S.p.A. voor de benodigde
opheldering.
Het beheer en/of het gebruik van de apparatuur omvat ingrepen die nodig zijn volgend op het normale gebruik, zoals:
•
de inspecties en de controles;
•
de functionele controles;
•
het gewone onderhoud;
•
het buitengewone onderhoud.
WAARSCHUWING!
De onderhoudsingrepen houden strikt verband met:
•
de kwaliteit van het getransporteerde gas (onzuiverheden, vochtigheid, benzine, bijtende stoffen);
•
de efficiëntie van de filtering;
•
de gebruiksvoorwaarden van de apparatuur.
Voor een goed beheer van de apparatuur is het nodig:
•
de frequenties van de ingrepen in acht te nemen die aangeduid worden in de handleiding, voor de functionele con-
troles en het gewone onderhoud.
•
het tijdsinterval tussen twee opeenvolgende ingrepen niet te overschrijden. Het tijdsinterval moet opgevat worden als
aanvaardbaar maximum: het mag daarentegen wel verkort worden;
•
onmiddellijk te controleren wat de oorzaak van eventuele storingen is, zoals overmatig lawaai, sijpelen van fluïda of
gelijkaardige stoffen, en om die te verhelpen. Het tijdig wegnemen van de eventuele oorzaken van storingen en/of
een slechte werking voorkomt bijkomende schade aan de apparatuur en garandeert de veiligheid van de operators.
71
BLOKKEERKLEP
|
ONDERHOUD EN FUNCTIONELE CONTROLES
Handleiding gebruik, onderhoud en waarschuwingen
|
HERZ. 00
NL