3.3.2 - TABEL BLIJVENDE RISICO'S WEGENS POTENTIEEL EXPLOSIEVE ATMOSFEER
Tabel 3.11 toont de omstandigheden die kunnen leiden tot het ontstaan van een potentieel explosieve atmosfeer door
blokkeerklep HBC 975.
De tabel is geldig voor gebruik met aardgas met een densiteit van niet meer dan 0,8; voor andere densiteiten moeten ook
de installatie- en milieuomstandigheden beoordeeld worden.
WAARSCHUWING!
Mocht het gebruikte gas een brandbaar gas zijn, dan wordt het installatiegebied van de apparatuur "ge-
varenzone" genoemd omdat blijvende risico's met betrekking tot het ontstaan van potentieel explosieve
atmosferen aanwezig zijn.
In de "gevarenzones" en in de onmiddellijke nabijheid is het absoluut noodzakelijk dat geen doeltreffende
ontstekingsbronnen aanwezig zijn.
Bedrijfs
voorwaarden
Eerste start
Werking in
normale omstandig-
heden
BLOKKEERKLEP
|
VEILIGHEID
NL
Handleiding gebruik, onderhoud en waarschuwingen
Potentieel
explosieve
Normverwijzingen
atmosfeer
•
Tijdens de productiecyclus en
voorafgaand aan de CE-marke-
ring volgens Richtlijn 2014/68/
EU wordt de externe dichting
van het apparaat gecontroleerd
bij een waarde van 1,1 PS (in
overeenstemming met de norm
EN 14382).
Nee
•
Voorafgaand aan de indienststel-
ling wordt de externe dichting
van het installatiedeel waarop
de apparatuur geïnstalleerd is
gecontroleerd bij een daarvoor
geschikte druk (volgens wat
bepaald is door de normen EN
12186 en EN 12279).
Er geldt wat bij het vorige punt aan-
geduid is en bovendien:
•
de installatie van de apparatuur
is in de openlucht of in een om-
geving met natuurlijke ventilatie
(volgens de normen EN 12186
en EN 12279);
Nee
•
de installatie staat onder toezicht
volgens de van kracht zijnde na-
tionale voorschriften, de goede
praktijk en de instructies van de
constructeur van de apparatuur
(volgens wat bepaald wordt door
de norm EN 12186 en door de
norm EN 12279).
|
HERZ. 00
Beheersmaatregelen opge-
nomen in de instructies voor
het gebruik en de waarschu-
wingen
In de instructies voor het gebruik
wordt de noodzaak aangegeven
om te voldoen aan de voorschrif-
ten van de normen EN 12186 en
EN 12279.
In de instructies voor het gebruik
wordt aangeduid dat:
•
de eventuele omgeving waar-
in de apparatuur geïnstalleerd
wordt moet voldoen aan de
eis aangeduid in de normen
EN 12186 en EN 12279;
•
tijdens het toezicht moeten
periodieke controles en on-
derhoudswerkzaamheden uit-
gevoerd worden in overeen-
stemming met de van kracht
zijnde nationale voorschriften
(indien voorzien) en de spe-
cifieke aanbevelingen van de
constructeur.
24