4.3 -
GEBRUIKSBESTEMMING
4.3.1 - BEOOGD GEBRUIK
De apparatuur in kwestie is bestemd voor:
Werking
Monitoring van de
drukwaarde:
Het is ontworpen om uitsluitend gebruikt te worden binnen de limieten die op het identificatieplaatje staan en volgens de
instructies en de limieten voor het gebruik die in deze handleiding staan.
De parameters om in veiligheid te werken, zijn:
•
gebruik binnen de limieten die op het identificatieplaatje en in deze handleiding staan;
•
inachtneming van de procedures van de gebruikshandleiding;
•
uitvoering van het gewone onderhoud op de aangegeven tijden en wijzen;
•
uitvoering van het buitengewone onderhoud als dat nodig is;
•
de veiligheidsvoorzieningen niet manipuleren en/of by-passen.
4.3.2 - REDELIJKERWIJS VOORZIENBAAR VERKEERD GEBRUIK
Met redelijkerwijs voorzienbaar en verkeerd gebruik wordt het gebruik van de apparatuur bedoeld op een wijze die niet
voorzien is in de ontwerp fase maar dat kan voortkomen uit gemakkelijk voorzienbaar menselijk gedrag:
•
bijtende fluïda;
•
fluïda die niet van tevoren correct behandeld zijn;
•
vloeistoffen;
•
instinctieve reactie van een operator in geval van een storing, ongeluk of defect tijdens het gebruik van de apparatuur;
•
gedrag dat resulteert uit de druk om de apparatuur onder alle omstandigheden in bedrijf te houden;
•
gedrag voortkomend uit achteloosheid;
•
gedrag voortkomend uit het gebruik van de apparatuur door niet bevoegde en niet geschikte personen;
•
gebruik van de apparatuur dat anders is dan beoogd wordt in de paragraaf "Beoogd gebruik".
Ieder ander gebruik van de apparatuur, ten opzichte van het beoogde gebruik, moet van tevoren schriftelijk geautoriseerd
worden door PIETRO FIORENTINI S.p.A.
Bij afwezigheid van de schriftelijke autorisatie wordt het gebruik als oneigenlijk beschouwd.
Bij "oneigenlijk gebruik" wijst PIETRO FIORENTINI S.p.A. iedere aansprakelijkheid af met betrekking tot schade die even-
tueel veroorzaakt is aan voorwerpen of mensen en beschouwt iedere vorm van garantie op de apparatuur als vervallen.
4.3.3 - SOORTEN FLUÏDA
De apparatuur werkt met brandbare gassen die gebruikt worden:
•
in de drukcontrolestations volgens de norm EN 12186 o EN 12279;
•
in de transmissie- en distributienetwerken;
•
in commerciële en industriële installaties (na controle door contact op te nemen met de Fabrikant).
WAARSCHUWING!
De apparatuur kan, na controle door contact op te nemen met de Fabrikant, ook met inert gas gebruikt
worden.
31
Toegestaan
Gasvormige fluïda, niet cor-
rosief, van tevoren gefilterd.
Niet toegestaan
•
Vloeistoffen.
•
Ieder ander product dat
anders is dan het toe-
gestane product.
BLOKKEERKLEP
|
BESCHRIJVING EN WERKING
Handleiding gebruik, onderhoud en waarschuwingen
Werkomgeving
Installaties voor het transport en
de distributie van aardgas voor
de toevoer van netwerken voor:
•
civiel gebruik;
•
industrieel gebruik.
Tab. 4.15.
|
HERZ. 00
NL