6.1.2 - CONTROLES VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE
Onder verwijzing naar zijn toegestane druk PS vereist de apparatuur geen enkele andere veiligheidsvoorziening,
stroomopwaarts opgesteld, voor de bescherming tegen eventuele overdrukken wanneer de incidentele maximumdruk
stroomafwaarts, voor het reductiestation stroomopwaarts, als volgt blijkt te zijn:
MIPd = stroomafwaartse incidentele maximumdrukwaarde (raadpleeg voor meer informatie de norm UNI EN
12186:2014).
LET OP!
Wanneer de installatie van de apparatuur vereist dat ter plaatse compressiekoppelingen worden toege-
past, moeten deze koppelingen worden geïnstalleerd volgens de instructies van de fabrikant van deze
koppelingen.
De keuze van de koppelingen moet compatibel zijn met:
•
het gespecificeerde gebruik voor de apparatuur;
•
de installatiespecificaties wanneer beoogd.
Controleer alvorens tot de installatie over te gaan of:
•
de voorziene afmetingen van de installatieplaats compatibel zijn met de afmetingen van de apparatuur;
•
ruimte rondom de apparatuur aanwezig is die het onderhoud van de daarmee belaste werknemers vergemakkelijkt;
•
de leidingen ervoor en erna op hetzelfde niveau zijn en in staat zijn om het gewicht van de apparatuur te dragen;
•
de ingaande en uitgaande verbindingen van de leiding uitgelijnd zijn op de flenzen;
•
de ingaande en uitgaande verbindingen van de apparatuur schoon zijn en geen schade ondergaan hebben;
•
de binnenkant van de stroomopwaartse leiding schoon is en geen bewerkingsresten bevat, zoals las-slakken, zand,
verfresten, water, enz...
Installatie
Kwalificatie operator
Benodigde P.B.M.
Benodigde
uitrusting
BLOKKEERKLEP
|
INSTALLATIE
NL
Handleiding gebruik, onderhoud en waarschuwingen
MIPd ≤ 1,1 PS
Installateur
WAARSCHUWING!
De hier opgesomde P.B.M. betreffen het risico dat verband houdt met de appa-
ratuur. Voor de P.B.M. die nodig zijn om bescherming te bieden tegen het risico
dat verband houdt met de werkplek, de installatie of werkomstandigheden, dient
men het volgende te raadplegen:
•
de voorschriften die van kracht zijn in het land van installatie;
•
eventuele aanwijzingen die verstrekt zijn door degene die verantwoordelijk
is voor de veiligheid bij de structuur waar de installatie plaatsvindt.
Raadpleeg hoofdstuk 7 "Uitrusting voor inbedrijfstelling/onderhoud".
|
HERZ. 00
Tab. 6.29.
48