11 - INSTALLATIE ONGEDAAN MAKEN EN VERWIJDEREN
11.1 - ALGEMENE VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
GEVAAR!
Controleer of er geen doeltreffende ontstekingsbronnen aanwezig zijn in het werkgebied dat gereed ge-
maakt is voor het ongedaan maken van de installatie en/of de verwijdering van de apparatuur.
WAARSCHUWING!
Zorg eerst voor de veiligstelling van de apparatuur door die van iedere voeding af te sluiten alvorens over
te gaan tot de handelingen voor het ongedaan maken van de installatie en het verwijderen
11.2 - KWALIFICATIE VAN DE BELASTE OPERATORS
Inbedrijfstelling
Kwalificatie operator
Benodigde P.B.M.
Benodigde
uitrusting
11.3 - INSTALLATIE ONGEDAAN MAKEN
LET OP!
Alvorens de installatie van de apparatuur ongedaan te maken, moet het fluïdum dat in de verlagingslijn van
de apparatuur aanwezig is volledig afgevoerd worden.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg voor de procedures voor het ongedaan maken van de installatie van de apparatuur de installa-
tieprocedures (raadpleeg hoofdstuk 6 "Installatie") en voer die in omgekeerde volgorde uit.
11.4 - BENODIGDE INFORMATIE IN GEVAL VAN HERNIEUWDE INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Mocht de apparatuur, nadat de installatie ongedaan gemaakt is, opnieuw gebruikt moeten worden, raad-
pleeg dan de hoofdstukken:
•
6 "Installatie";
•
8 "Inbedrijfstelling".
149
Installateur
WAARSCHUWING!
De hier opgesomde P.B.M. betreffen het risico dat verband houdt met de appa-
ratuur. Voor de P.B.M. die nodig zijn om bescherming te bieden tegen het risico
dat verband houdt met de werkplek, de installatie of werkomstandigheden, dient
men het volgende te raadplegen:
•
de voorschriften die van kracht zijn in het land van installatie;
•
eventuele aanwijzingen die verstrekt zijn door degene die verantwoordelijk
is voor de veiligheid bij de structuur waar de installatie plaatsvindt.
Raadpleeg hoofdstuk 7 "Uitrustingen voor inbedrijfstelling/onderhoud".
BLOKKEERKLEP
|
INSTALLATIE ONGEDAAN MAKEN EN VERWIJDEREN
Handleiding gebruik, onderhoud en waarschuwingen
Tab. 11.74.
|
HERZ. 00
NL