Gebruik van een externe microfoon
Gebruik van de wireless microfoon WM-V1
Met gebruik van de WM-V1 kunt u op betrouwbare wijze zelfs geluid opnemen wanneer u opnamen
maakt van onderwerpen op een afstand die verder ligt dan het bereik van de ingebouwde microfoon.
U kunt audio ook mixen en opnemen vanaf de WM-V1 met audio uit de ingebouwde microfoon.
Raadpleeg voor bijzonderheden over het gebruik van de WM-V1 de gebruiksaanwijzing die met de
microfoon is mee geleverd.
Bedieningsstanden:
76
Gebruik van commercieel verkrijgbare microfoons
U kunt ook gebruikmaken van commercieel verkrijgbare condensmicrofoons met een eigen
stroombron en een kabel die niet langer is dan 3 m. U kunt vrijwel elke stereomicrofoon met een
stekker van ∅ 3,5 mm aansluiten, maar de audio-opnameniveaus kunnen variëren.
Bedieningsstanden:
* U kunt een externe microfoon ook gebruiken in de stand
kan in deze stand niet worden gewijzigd. Kies een van de andere bedieningsstanden om de functie
eerst te wijzigen.
1 Sluit de externe microfoon aan op het MIC-aansluitpunt.
2 Open het scherm [MIC-ingang].
>
[FUNC.]
[MENU]
3 Raak [ß Microfoon] aan en raak vervolgens [X] aan.
• Activeer de audiomixbalans en stel deze in als dat nodig is
(A 72).
OPMERKINGEN
• Als u een externe microfoon aansluit op de camcorder, wordt p
automatisch ingesteld op [j Uit à].
• Als het audioniveau te hoog is en het geluid vervormd raakt, stel het audio-opnameniveau dan
handmatig in (A 69).
• Controleer bij gebruik van een externe microfoon of de mantelafdekking boven de stekker kleiner is
dan ∅ 9,5 mm.
MIC-aansluitpunt
*
>
p
>
[MIC-ingang]
, maar de functie van het aansluitpunt
>
[Autom. Windscherm]