PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband
minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de
sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 8 à 10 cm
van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat
de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
loopband goed ligt.
c. Bel onze klantendienst wanneer de loopband blijft vertragen.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loop-
band niet goed in het midden ligt. Als de loopband
naar links is verschoven, draai met de meegeleverde
sleutel de linker bout van de achterroller een 1/2 slag met
de klok mee. Als de loopband naar rechts is verscho-
ven, draai dan de bout van de achterroller een 1/2 slag
tegen de klok in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak
aandraait. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat
de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en HAAL
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de
loopband slipt. Draai met de meegeleverde sleutel beide
bouten van de achterroller een 1/4 slag met de klok
mee. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 8 à 10 cm van het loopplatform kunnen til-
len. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt.
Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loop-
band een paar minuten draaien. Herhaal deze hande-
ling tot de loopband goed ligt.
PROBLEEM: De loopband is tijdens gebruik onstabiel.
OPLOSSING: a. Als de loopband tijdens gebruik iets onstabiel is,
draai dan aan èèn van of allebei de evenwichtsvoet-
jes onder de Staanders (99) totdat dit is verholpen.
Kantel indien nodig de loopband iets naar voren en
draai de evenwichtsvoetjes met een kruiskopschroe-
vendraaier.
b
Bijstelbouten voor de achterroller
a
127
28
8 à 10cm
a
b
127
99