3
Selecteer het gewenste apparaat.
4
Selecteer "Ja" wanneer het
bevestigingsscherm verschijnt.
5
Controleer of na het voltooien van
deze handeling een bevestigings-
scherm wordt weergegeven.
●
Als u een Bluetooth
dert, worden tegelijkertijd ook de con-
tactgegevens verwijderd.
Bewerken van de informatie
van het Bluetooth
De informatie van het
®
Bluetooth
-apparaat kan op het
scherm worden weergegeven. U kunt
de weergegeven informatie bewer-
ken.
Deze handeling kan niet worden uit-
gevoerd tijdens het rijden.
1
Geef het Bluetooth
scherm weer. (Blz. 38)
2
Selecteer "Geregistreerd toestel".
3
Selecteer het apparaat dat u wilt
bewerken.
®
-telefoon verwij-
®
-apparaat
®
-instellings-
2-2. Connectiviteitsinstellingen
4
Selecteer "Toestelinfo".
5
Controleer en wijzig de informatie
van het Bluetooth
A
De naam van het
®
Bluetooth
-apparaat. Deze kunt u
naar wens wijzigen. (Blz. 42)
B
Hiermee kunt u de verbindings-
methode van de
®
Bluetooth
-audiospeler instellen.
(Blz. 42)
C
Elk apparaat heeft een uniek
adres, dat niet kan worden gewij-
zigd.
41
®
-apparaat.
2