20
1-3. Bediening navigatie
■
Uitzoomen op de kaart
1
Selecteer
2
Selecteer - of beweeg uw vingers
naar elkaar toe op het scherm.
(Blz. 62)
op het kaartscherm.
Routebegeleiding
*
: Met navigatiefunctie
Instellen van de bestemming
1
Zet het contact in stand ACC of
UIT.
2
Druk op de toets MAP.
3
Selecteer
op het kaartscherm.
4
U kunt op verschillende manieren
een bestemming zoeken.
(Blz. 70)
5
Selecteer "Start".
Controleer of het routeoverzicht
wordt weergegeven. (Blz. 79)
6
Selecteer "Bestemming".
U wordt met behulp van stembe-
geleiding en het begeleidings-
scherm naar uw bestemming
geleid.
*