Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Endress+Hauser RMC621 Bedieningsvoorschrift pagina 88

Verberg thumbnails Zie ook voor RMC621:
Inhoudsopgave

Advertenties

Appendix
!
!
88
Opmerking!
De inbouwplaats van de sensor voor de flowmeting wordt door de bedrijfsstand bepaald.
Bedrijfsstand "Verwarmen" betekent, dat de flowsensor geïnstalleerd is aan de stoomzijde,
„Stoomproductie" wordt gekozen, wanneer de flow in het voedingswater (bijv. condensaatleiding)
wordt gemeten.
De toepassing „Stoomnetto", d.w.z. geen temperatuurmeting in de condensaatleiding, wordt alleen
aanbevolen, wanneer het condensaat wezenlijk tot onder de kooktemperatuur is afgekoeld.
De toepassing „Stoomnetto", d.w.z. geen temperatuurmeting in de condensaatleiding, wordt alleen
aanbevolen, wanneer het condensaat wezenlijk tot onder de kooktemperatuur is afgekoeld.
Berekende grootheden
Massastroom, warmteverschil (warmteinhoud stoom minus warmteinhoud condensaat),
warmtestroom, dichtheid.
(Berekeningsnorm: IAPWS–IF97)
Opmerking!
Voor een hogere nauwkeurigheid en installatiebetrouwbaarheid moet de stoomtoestand ook bij
zogenaamde verzadigde stoomtoepassingen met drie ingangsgrootheden worden bepaald, omdat
alleen op deze manier de stoomtoestand exact kan worden bepaald en bewaakt (bijv. alarm bij natte
stoom zie uitgangen). Voor dit doel ook bij zogenaamde verzadigde stoommetingen „oververhitte
stoom" kiezen.
Bij de keuze van „Verz. stoom", d.w.z. vervallen van een ingangsgrootheid, wordt de ontbrekende
ingangsgrootheid aan de hand van de opgenomen stoomtabel bepaald.
Bij de stoomwarmteverschilmeting geldt als voorwaarde, dat het een gesloten systeem betreft
(massastroom condensaat = massastroom stoom). Indien dit niet is gewaarborgd, moet de flow in
de condensaat- en stoomleiding afzonderlijk worden gemeten (2 toepassingen). De energiestromen
kunnen dan handmatig (resp. extern) worden gebalanceerd.
Bij stoomnettotoepassingen wordt het energiegehalte van het condensaat op basis van de gemeten
stoomdruk gemeten.
Uitvoergrootheden / weergave op instrument
• warmtestroom (vermogen), massastroom, bedrijfsvolumestroom, temperatuur, druk, dichtheid,
enthalpieverschil
• Totaalteller: warmte (energie), massa, volume, storingshoeveelheid warmte, storingshoeveelheid
massa.
Uitgangen
• Alle uitvoergrootheden kunnen via analoge, impulsuitgangen of de interfaces (bijv. bus) worden
uitgestuurd. Verder staan relaisuitgangen voor grenswaarde-overschrijdingen ter beschikking.
Het aantal uitgangen is afhankelijk van de uitrusting van het instrument.
• Wanneer een relais is geconfigureerd voor „Natte stoomalarm", dan schakelt deze zodra de
oververhitte stoom tot 2 °C van de stoomtabel (condensaattemperatuur) nadert, tegelijkertijd
verschijnt een alarmmelding op het display.
Overige functies
• Tweetraps bewaking stoomtoestand:
Natte stoomalarm: 2 °C boven de verzadigde stoom- resp. condensaattemperatuur.
Fase-overgangsalarm: alarm bij verzadigde stroom- resp. condensaattemperatuur.
• Instelbaar alarmgedrag, d.w.z. de werking van de tellers en uitgangen in geval van een fout (bijv.
kabelbreuk, fase-overgang) kan individueel worden gedefinieerd.
RMC621
Endress+Hauser

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave