Storingen oplossen
Weergave in het display
Signaalbereikoverschrijding "Kanaalnaam"
"Signaalnaam"
Kabelbreuk: "kanaalnaam" "signaalnaam"
Bereikoverschrijding
Kabelbreuk: "kanaalnaam" "signaalnaam"
Min. temp. verschil onderschreden
Grenswaarde-overschrijding
Grenswaarde-overschrijding 'Nummer'
gemarkeerd (blauw)
• "Grenswaardenaam" < "drempelwaarde"
"eenheid"
• "Grenswaardenaam" < "drempelwaarde"
"eenheid"
• "Grenswaardenaam" > "gradiënt" "eenheid"
• "Grenswaardenaam" < "drempelwaarde"
"eenheid"
• "user defined Message"
• Min. temp. verschil onderschreden (rood)
• Min. temp. verschil ok (blauw)
WW-versch.: Fout: Neg. temp. verschil
WW-versch.: Flowrichtingsfout
• Impulsbreedte tussen 0,04 en 1000 ms!
• Impulsbreedte tussen 100 en 1000 ms!
• Ongeldige waarde, te hoog
• Ongeldige waarde, te laag
Aantal tussen 1 en 15!
62
Oorzaak
Stroomuitgangssignaal minder dan 3,6 mA of meer
dan 21 mA.
Ingangsstroom op stroomingang kleiner dan 3,6
mA (bij instelling 4 ... 20 mA) of groter dan 21
mA.
• Foutieve bedrading
• Sensor niet op bereik 4–20 mA ingesteld.
• Functiefout bij sensor
• Verkeerd ingestelde eindwaarde bij flowsensor
3,6 mA < x < 3,8 mA
(bij instelling 4...20 mA) of
20,5 mA < x < 21 mA
• Foutieve bedrading
• Sensor niet op bereik 4–20 mA ingesteld.
• Functiefout bij sensor
• Verkeerd ingestelde eindwaarde bij flowsensor
Te hoge weerstand op PT100 ingang, bijv. door
kortsluiting of kabelbreuk
• Foutieve bedrading
• PT100-sensor defect
Bereikoverschrijding van de ingestelde
verschiltemperatuur
Grenswaarde overschreden of onderschreden
(→ Instelling grenswaarde, par. 6.3.3)
Bereikoverschrijding van de ingestelde
verschiltemperatuur
De temperatuur, die aan de temperatuursensor op
de koude zijde werd toegekend, is groter dan de
temperatuur aan de warme zijden.
Bij bidirectioneel bedrijf water-warmte-verschil;
Wanneer de flowrichting = wisselend
geparametreerd en de flowrichting niet bij de
temperatuurwaarden past.
Actieve/passieve impulsuitgang: ingestelde
impulsbreedte niet binnen geldige bereik.
• Ingevoerde verbr.waarde te hoog
• Ingevoerde verbr.waarde te laag
Aantal steunpunten foutief.
Oplossing
• Controleer of de stroomuitgang correct is
geschaald.
• Wijzig de aanvangs- en/of eindwaarde van de
schaal.
• Parametrering van de sensor controleren.
• Werking van de sensor controleren.
• Eindwaarde van het aangesloten
flowmeetinstrument controleren.
• Bedrading controleren.
• Parametrering van de sensor controleren.
• Werking van de sensor controleren.
• Meetbereik/schaal van het aangesloten
flowmeetinstrument controleren.
• Bedrading controleren.
• Bedrading controleren.
• Werking van de PT100-sensor controleren.
Actuele temperatuurwaarde en ingestelde
minimale temperatuurverschil controleren.
• Alarmmelding bevestigen, indien de functie
"grenswaarde/meldtekst/weergeven en
bevestigen" is ingesteld
(→ instelling grenswaarde, par. 6.3.3).
• Toepassing eventueel controleren.
• Grenswaarde eventueel aanpassen.
Actuele temperatuurwaarde en ingestelde
minimale temperatuurverschil controleren.
• Controleer of de temperatuursensor correct zijn
bekabeld.
• Procestemperaturen aanpassen.
• Flowrichtingssignaal op de richtingsklem
veranderen.
• Controle van de bekabeling van de
temperatuursensoren.
Wijzig de impulsbreedte naar het gegeven
waardebereik.
Verbr.waarde voor de correcte toepassing in
SGERG88 / AGA8 moet tussen 19-48 MJ/Nm
liggen. Waardecorrectie op een waarde uit dit
waardebereik.
Waardecorrectie op een waarde uit dit
waardebereik.
Endress+Hauser
RMC621