Probleem en alarmcode
Het apparaat wordt niet met wa‐
ter gevuld.
•
De lampjes die in verband
staan met de programmatoet‐
sen knipperen af en toe 1
keer.
•
Er klinkt af en toe een ge‐
luidssignaal.
De machine pompt geen water
weg.
•
De lampjes die in verband
staan met de programmatoet‐
sen knipperen af en toe 2
keer.
•
Er klinkt af en toe een ge‐
luidssignaal.
De overstromingsbeveiliging is
ingeschakeld.
•
De lampjes die in verband
staan met de programmatoet‐
sen knipperen af en toe 3
keer.
•
Er klinkt af en toe een ge‐
luidssignaal.
Storing van de waterniveaudetec‐
tiesensor.
•
De lampjes die in verband
staan met de programmatoet‐
sen knipperen af en toe 4
keer.
•
Er klinkt af en toe een ge‐
luidssignaal.
Storing van de waspomp of de
afvoerpomp.
•
De lampjes die in verband
staan met de programmatoet‐
sen knipperen af en toe 5
keer.
•
Er klinkt af en toe een ge‐
luidssignaal.
22
NEDERLANDS
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Controleer of de waterkraan geopend is.
•
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contact op met je plaatselijke waterleidingbe‐
drijf.
•
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
•
Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is.
•
Controleer of de toevoerslang geen knikken of bochten heeft.
•
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
•
Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is.
•
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
•
Draai de waterkraan dicht.
•
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is.
•
Controleer of de korven zijn geladen volgens de instructies in de ge‐
bruikershandleiding.
•
Controleer of de filters schoon zijn.
•
Schakel het apparaat uit en aan.
•
Schakel het apparaat uit en aan.