Gegevens betreffende het product
2.3.15 Zwembad (P)
Zwembadfunctie
Functie als 2de boiler met ventiel (B), 2de boiler met pomp (C) of 3de
boiler met ventiel (N) echter voor zwembad (Pool).
Deze functie is alleen beschikbaar, wanneer functie B, C of N is toege-
voegd.
OPMERKING: wanneer de functie Zwembad (P) is toegevoegd, nooit de
pomp (filtercirculatiepomp) van het zwembad op de module aansluiten.
Sluit de pomp aan op de zwembadregeling. Zorg ervoor dat de zwem-
badpomp (filtercircuitpomp) en de solarpomp tegelijkertijd in bedrijf
zijn.
2.3.16 Ext. warmtewisselaar boiler 3 (Q)
Externe warmtewisselaar aan solarzijde op 3e boiler
• Wanneer de temperatuur aan de warmtewisselaar met het inschakel-
temperatuurverschil hoger is dan de temperatuur aan de 3e boiler
onder, wordt de boilerlaadpomp ingeschakeld. De vorstbeveiligings-
functie voor de warmtewisselaar is gewaarborgd.
Deze functie is alleen beschikbaar, wanneer functie N is toegevoegd.
2.4
Beschrijving van de circulatiesystemen en de circula-
tiefuncties
Door de uitbreiding van een circulatiesysteem met functies kan het sys-
teem aan de geldende eisen worden aangepast. Voorbeelden voor moge-
lijke circulatiesystemen vindt u bij de aansluitschema's.
2.4.1
Omlaadsysteem (3)
Basiscirculatiesysteem voor circuleren uit een bufferboiler naar een
warmwaterboiler
• Wanneer de temperatuur van de bufferboiler (2e boiler – links) met
het inschakeltemperatuurverschil hoger is dan de temperatuur van
de warmwaterboiler onder (1e boiler – midden), wordt de boiler-
laadpomp voor het circuleren ingeschakeld.
Dit systeem is alleen met de bedieningseenheid CS 200 beschikbaar en
wordt via de instellingen voor het circulatiesysteem geconfigureerd.
66
0 010 013 355-001
0 010 013 356-001
0 010 013 357-001
2.4.2
Circulatiefunctie: Therm.des./dag.opw.(A)
Thermische desinfectie van de warmwaterboiler en het circulatiestation
ter voorkoming van legionella ( Drinkwaterverordening)
• Het gehele warmwatervolume en het circulatiestation worden dage-
lijks tot de voor de dagelijkse opwarming ingestelde temperatuur op-
gewarmd.
2.5
Beschrijving van het laadsysteem en de laadfuncties
Het laadsysteem draagt de warmte van de warmteproducent over aan
een warmwaterboiler of buffervat. De boiler wordt via toerentalgeregel-
de pompen op de ingestelde temperatuur verwarmd.
Laadsysteem (4)
Basislaadsysteem voor het laden van een warmwaterboiler
• Wanneer de temperatuur in de boiler met het inschakeltemperatuur-
verschil lager is dan de gewenste warmwatertemperatuur, wordt de
boiler opgewarmd.
Dit systeem is alleen met de bedieningseenheid CR 400/CW 400/
CW 800/UI 800 beschikbaar en wordt via de instellingen voor warm wa-
ter geconfigureerd. Een circulatiepomp kan worden aangesloten.
Laadsysteem (5)
Basislaadsysteem voor het laden van een buffervat voor woningstations
• Wanneer de temperatuur in het buffervat met het inschakeltempera-
tuurverschil lager is dan de gewenste boilertemperatuur, wordt het
buffervat opgewarmd.
• Th.desinf./dag.opw.b1 moet zijn uitgeschakeld.
• De evenwichtsflestemperatuur wordt via de evenwichtsflessensor T0
op de warmteproducent geregistreerd.
• De evenwichtsflessensor T0 moet als natte sensor worden geïnstal-
leerd.
• Wanneer de warmteproducent geen aansluiting voor een evenwichts-
flessensor T0 heeft, wordt de evenwichtsflessensor op de module via
aansluitklem TS1 aangesloten.
Dit systeem is alleen met de bedieningseenheid CR 400/CW 400/
CW 800/UI 800 beschikbaar en wordt via de instellingen voor warm wa-
ter geconfigureerd. Een circulatiepomp kan worden aangesloten.
2.6
Leveringsomvang
Afb. 1 aan het einde van het document:
[1]
Module
[2]
Boilertemperatuursensor (TS2)
[3]
Sensor collectortemperatuur (TS1)
[4]
Zak met trekontlastingen
[5]
Installatiehandleiding
0 010 013 358-001
0 010 013 359-001
0010015813-001
MS 200 – 6721842837 (2022/07)