1.2
Algemene veiligheidsvoorschriften
HInstructies voor de doelgroep
Deze installatiehandleiding is bedoeld voor installateurs van gas- en wa-
terinstallaties, verwarmings- en elektrotechniek. Houd de instructies in
alle handleidingen aan. Indien deze niet worden aangehouden kunnen
materiële schade, lichamelijk letsel en zelfs levensgevaar ontstaan.
▶ Installatie-, service- en inbedrijfstellingshandleidingen (warmtepro-
ducent, verwarmingsregelaar, pompen enz.) voor de installatie lezen.
▶ Neem de veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen in
acht.
▶ Neem de nationale en regionale voorschriften, technische regels en
richtlijnen in acht.
▶ Documenteer uitgevoerde werkzaamheden.
HGebruik volgens de voorschriften
▶ Gebruik het product uitsluitend voor het regelen van cv-installaties.
Ieder ander gebruik komt niet overeen met de voorschriften. Daaruit re-
sulterende schade valt niet onder de fabrieksgarantie.
HInstallatie, inbedrijfstelling en onderhoud
Installatie, inbedrijfstelling en onderhoud mogen alleen door een erkend
installateur worden uitgevoerd.
▶ Installeer het product niet in vochtige ruimten.
▶ Gebruik alleen originele reserve-onderdelen.
HElektrotechnische werkzaamheden
Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door elektrotechnici
worden uitgevoerd.
▶ Vóór elektrotechnische werkzaamheden:
– Schakel de netspanning (over alle polen) spanningsloos en zorg
ervoor dat ze niet per ongeluk opnieuw kunnen worden ingescha-
keld.
– Spanningsloosheid vaststellen.
▶ Het product heeft verschillende spanningen nodig.
Sluit de laagspanningszijde niet aan op de netspanning en omge-
keerd.
▶ Respecteer de aansluitschema's van de overige installatiedelen ook.
HOverdracht aan de gebruiker
Instrueer de gebruiker bij de overdracht in de bediening en bedrijfsom-
standigheden van de cv-installatie.
▶ Leg de bediening uit – besteed daarbij vooral aandacht aan alle veilig-
heidsrelevante handelingen.
▶ Wijs met name op de volgende punten:
– Ombouw of herstelling mogen alleen door een erkend vakman
worden uitgevoerd.
– Voor het veilig en milieuvriendelijk bedrijf is minimaal een jaarlijk-
se inspectie en een behoefte-afhankelijke reiniging en onderhoud
nodig.
– De warmteproducent mag alleen met gemonteerde en gesloten
mantel worden gebruikt.
▶ De mogelijke gevolgen (persoonlijk letsel of dood of materiële scha-
de) van een ontbrekende of onjuiste inspectie, reiniging en onder-
houd te identificeren.
▶ Wijs op de gevaren door koolstofmonoxide (CO) en adviseer het ge-
bruik van CO-melders.
▶ Geef de installatie- en bedieningshandleiding aan de exploitant in be-
waring.
HSchade door vorst
Wanneer de installatie niet in bedrijf is, kan deze bevriezen:
▶ Respecteer de instructies voor vorstbeveiliging.
▶ Laat de installatie altijd ingeschakeld, vanwege extra functies zoals
bijvoorbeeld warmwaterbereiding of blokkeerbescherming.
▶ Laat optredende storingen direct oplossen.
MS 200 – 6721842837 (2022/07)
2
Gegevens betreffende het product
• De module is bedoeld voor het aansturen van de actoren (bijvoor-
beeld pompen) van een solarinstallatie, circulatie- of laadsysteem.
• De module is bedoeld voor de registratie van de voor de werking be-
nodigde temperaturen.
• De module is geschikt voor energiebesparingspompen.
• Configuratie van het solarsysteem met een bedieningseenheid met
BUS-interface EMS 2 (niet met alle bedieningseenheden mogelijk).
Functies en menupunten, die in combinatie met de bedieningseenheid
van een warmtepomp niet worden aangeraden, zijn in deze handleiding
van een bijbehorend symbool (
De combinatiemogelijkheden van de module zijn opgenomen in de aan-
sluitschema's.
2.1
Belangrijke adviezen voor het gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
▶ Installeer een thermostatische warmwatermengkraan wanneer
warmwatertemperaturen boven 60 °C zijn ingesteld of de thermi-
sche desinfectie is ingeschakeld.
De module communiceert via een EMS 2-interface met andere EMS 2-
compatibele BUS-deelnemers.
• De module mag uitsluitend op bedieningseenheden met BUS-interfa-
ce EMS 2 plus (Energie-Management-Systeem) worden aangesloten.
• De functionaliteit is afhankelijk van de geïnstalleerde bedieningseen-
heid. Meer informatie over de bedieningseenheden vindt u in de ca-
talogus, de planningsdocumenten en de website van de fabrikant.
• De opstellingsruimte moet voor de beschermingklasse conform de
technische gegevens van de module geschikt zijn.
2.2
Beschrijving van de solarsystemen
Door de uitbreiding van een solarsysteem met extra functies kan een
groot aantal solarinstallaties worden gerealiseerd. Voorbeelden voor
mogelijke solarinstallaties vindt u bij de aansluitschema's.
Zonnesysteem (1)
Basissolarsysteem voor solarwarmwaterbereiding
• Wanneer de collectortemperatuur met het inschakeltemperatuurver-
schil hoger is dan de temperatuur aan de boiler onder, wordt de solar-
pomp ingeschakeld.
• Regeling van het debiet (Match-Flow) in het solarciruit via een solar-
pomp met PWM- of 0-10 V-interface (instelbaar).
• Bewaking van de temperatuur in het collectorveld en in de boiler.
Gegevens betreffende het product
) voorzien.
0 010 013 340-001
63