Figuur 32
1. Mechanisme van het
hydraulische regeling
2. Voorste moer
3. Achterste moer
12.
Zet na het afstellen van het linker
mechanisme van het hydraulische regeling de
snelheidshendel in de
terug in de
NEUTRAALSTAND
13.
Houd de dodemanshendels ingedrukt.
Opmerking:
Hou de dodemanshendels
ingedrukt als de snelheidshendel zich niet in de
bevindt, anders slaat de motor
NEUTRAALSTAND
af.
14.
Verzeker dat de snelheidshendel in de
staat en de band niet draait.
NEUTRAALSTAND
15.
Herhaal de afstelprocedure indien nodig.
g024291
4. Draaiende deel
5. 90 graden
, en dan
VOORUITSTAND
.
1. Mechanisme van het
hydraulische regeling
2. Voorste stelmoer
Opmerking:
constant is, controleer dan of beide veren goed
zijn vastgezet op de snelheidshendel onder
het bedieningspaneel. Let met name op de
achterste veer. Herhaal de bovenstaande
afstelprocedure indien nodig
1. Snelheidshendel
2. Achterste veer
Mechanisme aan de rechterzijde
afstellen
1.
Zet de snelheidshendel in de
2.
Zet de rechter rijhendel geheel op V
3.
Stel het mechanisme aan de rechterzijde af
door de snelspoorknop linksom te draaien tot de
band naar voren gaat draaien
4.
Draai de knop per keer een kwartslag
rechtsom. Zet vervolgens de snelheidsregeling
naar de
VOORUITSTAND
de
NEUTRAALSTAND
32
Figuur 33
3. Achterste stelmoer
4. Bedieningsarm
Als de neutraalstand niet
(Figuur
34).
Figuur 34
3. Veer
NEUTRAALSTAND
OORUIT
(Figuur
en dan terug in
. Herhaal dit totdat het
g001519
g001520
.
.
35).