tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak de omgeving van de onderkant van de
bougie schoon om te voorkomen dat er vuil en
rommel in de motor terechtkomt.
4.
Verwijder de bougie
Figuur 20
Bougie controleren
Belangrijk:
Bougie(s) nooit schoonmaken.
Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte
laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er
een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren
vertoont.
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Stel de afstand in op 0,75 mm.
Figuur 21
(Figuur
20).
Bougie monteren
g027478
g206628
24
Figuur 22
g027661