12.
Verdraai de stelbout ongeveer 1/4 slag rechtsom
als het wiel achteruit draait. Verdraai de stelbout
ongeveer 1/4 slag linksom als het wiel vooruit
draait
(Figuur
31).
13.
Zet de rijhendel in de stand
knijp deze terug naar de
14.
Kijk of het wiel nu niet meer draait. Als het wel
draait moet u de bovenstaande afstelprocedure
herhalen.
15.
Draai na de afstelling de moeren weer tegen de
gaffel.
16.
Herhaal deze procedure aan de andere kant.
Figuur 31
1. Mechanisme van de
neutraalstand
2. Gaffel
Het hydrauliekmechanisme
afstellen
WAARSCHUWING
De motor moet lopen als u dit mechanisme
afstelt. Contact met bewegende onderdelen
of hete oppervlakken kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
Houd kleding, gezicht, handen, voeten en
andere lichaamsdelen uit de buurt van de
draaiende onderdelen, de geluiddemper en
andere hete oppervlakken.
en
VOORUIT RIJDEN
.
NEUTRAALSTAND
g001518
3. Stelbout
4. Moer
WAARSCHUWING
Een mechanische of hydraulische krik kan
een machine niet betrouwbaar dragen. Als
de machine dan valt, kan dit ernstig letsel
veroorzaken.
• Plaats de machine altijd op assteunen.
• Gebruik nooit een hydraulische krik.
Afstellen van het mechanisme aan
de linkerzijde
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Breng de achterkant van de machine omhoog
op assteunen totdat de aandrijfwielen vrij van
de grond komen.
4.
Schakel de parkeerrem uit.
5.
Start de motor en zet de gashendel op S
6.
Zet de linker rijhendel geheel op vooruit.
7.
Zet de snelheidshendel in de
WAARSCHUWING
Het elektrische systeem kan niet
veilig worden afgesloten terwijl de
dodemanshendels zijn ingedrukt.
• Verzeker dat de dodemanshendels
werken na het afronden van de
instelling.
• Gebruik de machine nooit met
vastgezette dodemanshendels.
8.
Draai de voorste stelmoer los op het linker
hydrauliekmechanisme zoals afgebeeld in
(Figuur
33).
9.
Draai de stelmoer linksachter linksom totdat het
wiel vooruit draait
10.
Draai de achterste stelmoer per keer een
kwartslag rechtsom. Zet vervolgens de
snelheidsregeling naar de
dan terug in de
totdat het linkerwiel niet langer naar voren draait
(Figuur
33).
11.
Draai de achterste moer nog een extra halve
slag en draai de voorste stelmoer vast.
Opmerking:
van het mechanisme loodrecht staat op het
pendeel van het draaiende deel.
31
NEUTRAALSTAND
(Figuur
33).
VOORUITSTAND
. Herhaal dit
NEUTRAALSTAND
Verzeker dat de het vlakke deel
.
NEL
.
en