Dagelijks onderhoud
uitvoeren
Voer elke dag voordat u de machine start de
procedures uit in het onderdeel Telkens voor
gebruik/Dagelijks in
Onderhoud (bladz.
Tijdens gebruik
Veiligheid tijdens gebruik
Algemene veiligheid
•
De eigenaar/bestuurder is verantwoordelijk voor
ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel
en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen
voorkomen.
•
Draag geschikte kleding en uitrusting,
zoals oogbescherming, een lange broek,
stevige schoenen met een gripvaste zool en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en
draag geen losse kleding of juwelen.
•
Geef uw volledige aandacht als u de machine
gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig
bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders
kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden
beschadigd.
•
Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of
onder de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Voordat u de motor start: zorg dat alle
aandrijvingen in de neutraalstand staan, de
parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de
bestuurderspositie bevindt.
•
Houd omstanders uit de buurt van het werkgebied.
Stop de machine als iemand het werkgebied
betreedt.
•
Gebruik de machine enkel bij een
goede zichtbaarheid en in geschikte
weersomstandigheden. Gebruik de machine niet
als het kan bliksemen.
•
Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u
uitglijden, in aanraking komen met het mes en
ernstig letsel oplopen. Gebruik de machine niet in
vochtige omstandigheden.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
maai-eenheid.
•
Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt
om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.
•
Wees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen en andere objecten die
uw zicht kunnen belemmeren.
•
Schakel de aandrijving van de maai-eenheid uit
en stel de parkeerrem in werking voordat u de
maaihoogte afstelt.
•
Laat de motor enkel in goed geventileerde
ruimtes draaien. Uitlaatgassen bevatten
koolstofmonoxide, dat bij inademing dodelijk is.
•
U mag een machine met draaiende motor niet
onbeheerd achterlaten.
•
Doe het volgende voordat u de bestuurderspositie
18).
verlaat (inclusief het legen van de grasvangers of
deblokkeren van de maai-eenheden):
– Parkeer de machine op een horizontaal
– Schakel de maai-eenheid uit en laat de
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de machine uit en verwijder het
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
– In de volgende gevallen moet u de machine
– Gebruik alleen door The Toro® Company
– Zorg dat u tijdens gebruik van deze machine
– Gebruik de machine nooit als de grasgeleider
– Vervoer nooit passagiers op deze machine.
– Het materiaal dat afgevoerd wordt niet naar
– Houd u bij het starten van de motor zorgvuldig
– Ga voorzichtig te werk als u de machine
12
oppervlak.
werktuigen zakken.
contactsleuteltje (indien aanwezig).
stilstand zijn gekomen.
en de aandrijving van de maai-eenheid
uitschakelen:
◊ Voordat u brandstof bijvult
◊ Voordat u verstoppingen verwijdert
◊ Voordat u de maai-eenheid
controleert, schoonmaakt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht
◊ Als u een voorwerp hebt geraakt
of de machine abnormaal begint te
trillen. Controleer de maai-eenheid op
beschadigingen en voer alle benodigde
reparaties uit voordat u de machine weer
start en gebruikt
◊ Voordat u de bestuurderspositie verlaat
goedgekeurde accessoires en werktuigen.
goede grip heeft op de ondergrond, vooral bij
het achteruitrijden. Stappen, niet rennen.
is opgeheven, verwijderd of gewijzigd, tenzij u
een grasvanger gebruikt.
iemand richten. Voorkom het afvoeren van
materiaal tegen een muur of afscherming; het
materiaal kan naar u terugketsen. Zet het
mes/de messen stil bij het oversteken van
grindoppervlakken.
aan de voorschriften en houd uw voeten uit de
buurt van het (de) maaimes(sen) en niet vóór
het uitwerpkanaal.
omkeert of naar u toe trekt.