Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 30
1. Lipje
2. Ruimte van 8 mm
Het mechanisme van de
neutraalstand afstellen
WAARSCHUWING
De motor moet lopen als u dit mechanisme
afstelt. Contact met bewegende onderdelen
of hete oppervlakken kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
Houd kleding, gezicht, handen, voeten en
andere lichaamsdelen uit de buurt van de
draaiende onderdelen, de geluiddemper en
andere hete oppervlakken.
WAARSCHUWING
Een mechanische of hydraulische krik kan
een machine niet betrouwbaar dragen. Als
de machine dan valt, kan dit ernstig letsel
veroorzaken.
• Plaats de machine altijd op assteunen.
• Gebruik nooit een hydraulische krik.
g001517
3. Veiligheidsschakelaar
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Breng de achterkant van de machine omhoog
op assteunen totdat de aandrijfwielen vrij van
de grond komen.
4.
Schakel de parkeerrem uit.
5.
Start de motor en zet de gashendel op S
6.
Plaats de neutraalvergrendelingen geheel
naar voren, en zet de snelheidshendel op de
middelste snelheid.
7.
Houd de dodemanshendels ingedrukt.
Opmerking:
ingedrukt als de snelheidshendel zich niet in de
NEUTRAALSTAND
af.
WAARSCHUWING
Het elektrische systeem kan niet
veilig worden afgesloten terwijl de
dodemanshendels zijn ingedrukt.
• Verzeker dat de dodemanshendels
werken na het afronden van de
instelling.
• Gebruik de machine nooit met
vastgezette dodemanshendels.
8.
Knijp één rijhendel in tot u meer weerstand voelt.
Dit is de plaats van de neutraalstand.
Opmerking:
de sleuf voor de neutraalvergrendeling niet
hebt bereikt. Indien dat wel het geval is: stel
de verbinding van de regelhendel korter in; zie
Bedieningsstang afstellen (bladz.
9.
Als het wiel draait terwijl u de rijhendel in de
NEUTRAALSTAND
van de neutraalstand afstellen
Als het wiel stopt, kunt u doorgaan met stap 12.
10.
Draai de moer van de gaffel van het mechanisme
van de neutraalstand los
11.
Stel het mechanisme van de neutraalstand af
totdat het betreffende aandrijfwiel stopt terwijl
de rijhendel tegen de neutraalveer is getrokken
(
NEUTRAALSTAND
30
Hou de dodemanshendels
bevindt, anders slaat de motor
Controleer dat u het einde van
33).
houdt, moet u het mechanisme
(Figuur
(Figuur
31).
) zoals in
Figuur
31.
.
NEL
31).
Advertenties
Inhoudsopgave
