Controleren
1.
Schakel het systeem uit via de batterijhoofdschakelaar bescherm het tegen
opnieuw inschakelen door de hendel van de schakelaar los te koppelen.
2.
Controleer de propeller op beschadigingen zoals scheuren, afgebroken
stukken of vervormingen.
3.
Controleer de ruimte tussen de pyloon en de propeller op vreemde
voorwerpen zoals visdraden, zeegras enz. Draag daarbij handschoenen om
verwondingen te voorkomen.
4.
Demonteer de propeller om eventuele verontreinigingen te verwijderen.
Demonteren
2
1
4
TIP! Verwijder de propeller als de motor aan de boot bevestigd is en de boot
veilig aan land is.
1.
Zorg ervoor dat de motor veilig is en bevestigd is zodat hij niet kan vallen
(bijv. aan de boot of op een werkbank).
2.
Verwijder de offeranode (1).
3.
Maak de zekeringsmoer (2) los met een steeksleutel SW17 en schroef deze
van de motoras (3) af.
4.
Verwijder de ring (4).
AANWIJZING! Schade aan onderdelen door verkeerd gereedschap. Gebruik geen
geweld of gereedschap zoals een hamer om de propeller te demonteren.
3
5
5.
Trek de propeller van de motoras af, beweeg de propeller in verschillende
richtingen om deze er makkelijker af te kunnen trekken.
6.
Verwijder de drukring (5).
7.
Reinig de motoras.
8.
Reinig de schroefdraad van de motoras.
Monteren
4
5
3
1.
Plaats de drukring (1) op de motoras (2).
2.
Plaats de propeller op de motoras; let daarbij op de montagerichting.
3.
Plaats de ring (3) op de motoras.
AANWIJZING! Schade aan onderdelen door zekeringslak op de schroefdraad.
Gebruik geen zekeringslak of additieven.
4.
Schroef de zekeringsmoer SW17 (4) op de motoras en draai deze vast.
•
Zekeringsmoer: 11+/- 1 Nm, 97+/-1 in-lbs
5.
Monteer de offeranode (5).
NL
2
1
DA
37