NL
DA
8.2 Bediening
8.2.1 Voor het varen
Let op de volgende punten voor elk gebruik van uw Torqeedo-systeem om een
veilige vaart te garanderen.
•
Zorg dat u voor vertrek vertrouwd bent met het gebied waar wordt gevaren,
omdat het door de boordcomputer vermelde bereik geen rekening houdt
met wind, stroming en vaarrichting. Plan voldoende buffer in voor het
benodigde bereik.
•
Bij zichtbare beschadiging van componenten of kabels mag het Cruise
systeem niet worden ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat alle personen aan boord een reddingsvest dragen.
•
Bevestig de treklijn van de noodstop-magneetsleutel resp. de kill-switch-lijn
voor het starten aan de pols of aan het reddingsvest van de bestuurder van
de boot.
•
De laadtoestand van de batterij moet onderweg regelmatig worden
gecontroleerd.
•
Plaats de noodstop-magneetsleutel resp. de kill-switch-lijn pas als er
zich geen mensen meer in het water bevinden (bijv. na zwempauzes) en
verwijder deze direct als er personen in het water vallen om de aandrijving
te stoppen.
•
Volg ook alle informatie uit de hoofdstukken "Veiligheid" en "Voor het
gebruik".
8.2.2 Inschakelen/uitschakelen (alleen Cruise 6.0 FP TorqLink)
Inschakelen
1.
Zet de batterijhoofdschakelaar in de stand "ON".
2.
Druk afhankelijk van de configuratie op de knop "ON/OFF" of gebruik de
sleutelschakelaar om het systeem in te schakelen.
Systeem en batterijen uitschakelen
1.
Druk afhankelijk van de configuratie op de knop "ON/OFF" of gebruik de
sleutelschakelaar om het systeem uit te schakelen.
»
Het systeem wordt uitgeschakeld.
»
De batterij wordt uitgeschakeld, er vindt slechts nog een geringe
zelfontlading plaats.
2.
Zet de batterijhoofdschakelaar in de stand "OFF".
30
8.2.3 Inschakelen/uitschakelen (alleen Cruise 3.0 FP)
Inschakelen
1.
Zet de batterijhoofdschakelaar in de stand "ON".
2.
Druk afhankelijk van de configuratie op de knop "ON/OFF" of gebruik de
sleutelschakelaar om het systeem in te schakelen.
Systeem en batterijen uitschakelen
AANWIJZING! Power 24-3500-batterijen kunnen zonder de extra aan-/
uitschakelaar voor de Power 24-3500 niet handmatig worden uitgeschakeld.
1.
Druk afhankelijk van de configuratie op de knop "ON/OFF" of gebruik de
sleutelschakelaar om het systeem uit te schakelen.
»
Het systeem wordt uitgeschakeld, de batterij blijft ingeschakeld.
2.
Zet de batterijhoofdschakelaar in de stand "OFF".
3.
De batterij wordt als hij niet wordt gebruikt na 48 uur automatisch
uitgeschakeld.
8.2.4 Inschakelen bij systemen met extra aan-/uitschakelaar voor
Power 24-3500-batterijen
Inschakelen
1.
Zet de batterijhoofdschakelaar in de stand "ON".
2.
Druk op de extra aan-/uitschakelaar om de batterijen in te schakelen.
3.
Druk afhankelijk van de configuratie op de knop "ON/OFF" of gebruik de
sleutelschakelaar om het systeem in te schakelen.
Systeem uitschakelen
1.
Druk afhankelijk van de configuratie op de knop "ON/OFF" of gebruik de
sleutelschakelaar om het systeem uit te schakelen.
»
Het systeem wordt uitgeschakeld, de batterij blijft ingeschakeld.
2.
Zet de batterijhoofdschakelaar in de stand "OFF".
»
Er vindt een geringe zelfontlading plaats.
Systeem en batterij uitschakelen
1.
Druk afhankelijk van de configuratie op de knop "ON/OFF" of gebruik de
sleutelschakelaar om het systeem uit te schakelen.
»
Het systeem wordt uitgeschakeld, de batterij blijft ingeschakeld.
2.
Zet de batterijhoofdschakelaar in de stand "OFF".
3.
Druk ca. 5 seconden op de extra aan-/uitschakelaar om de batterijen uit te